Home Blog Pagina 9

Reprise Voormoeders Workshop tijdens de Tong Tong Fair

0

Vanwege het succes van de uitverkochte workshop Hoe vind ik mijn Indonesische voormoeder: Archieven, Verhalen en DNA tijdens de Indiëherdenking is er een reprise op zondag 11 september aanstaande bij het CBG | Centrum voor Familiegeschiedenis in Den Haag. Op de afsluitende dag van de Tong Tong Fair. Dat komt goed uit, want deze locatie ligt vlakbij het Malieveld, waar de Tong Tong Fair gehouden wordt.

Bovendien is er op de Tong Tong Fair, aansluitend, om 14:00 in Studio Tong Tong, een paneldiscussie rond het thema Voormoeders met Suze Zijlstra, Reggie Baay, Lara Nuberg en Yvette Kopijn.

Hoe vind ik mijn Indonesische Voormoeder: Archieven, Verhalen en DNA

  • Plaats: Fruinzaal, CBG | Centrum voor Familiegeschiedenis / Nationaal Archief, Prins Willem-Alexanderhof 20, 2595 BE Den Haag
  • Tijd: Zondag 11 september 2022, 11:30-13:00, inloop vanaf 11:15.
  • Bereikbaarheid: Het Nationaal Archief ligt naast station Den Haag Centraal. De dichtstbijzijnde parkeergarage is Q-Park CS New Babylon.
  • Last minute aanmelden, wellicht is er nog een plekje, via voormoeders@igv.nl.

Programma:

11:15 Deuren open

11:30-11:45 Introductie door Hélène Opatja van het CBG | Centrum voor Familiegeschiedenis

11:45-12:30 Workshop met Suze Zijlstra, Yvette Kopijn en Maarten Fornerod

12:30-13:00 Informatie, meet & greet sprekers

Suze Zijlstra is historisch onderzoeker en auteur (De Voormoeders, 2021), Yvette Kopijn is verbonden aan de Stichting VerhalenOverLeven en initiatiefneemster Tracing Your Roots, Maarten Fornerod is secretaris Indische Genealogische Vereniging, biomedisch onderzoeker en publicist over o.a. gezondheid en Indonesische familiegeschiedenis.

De Workshop

Wat weten wij eigenlijk van onze Aziatische voormoeders? Een naam, een vergeelde foto, misschien een anekdote. Toch is zij vaak de sleutel tot het begrijpen van onze familiegeschiedenis. Terecht staat zij meer en meer in de belangstelling, maar toch: het lijkt alsof niet meer dan een tipje van haar sluier is opgelicht.

Vaak kennen wij haar geboortenaam niet, noch die van haar ouders, noch haar geboorteplaats. Omdat zij niet werd geregistreerd in de burgerlijke stand van Nederlands-Indië. En als dat wel zo was staat er: gegevens onbekend. Is er dan helemaal geen informatie te vinden? Zeker wel. We moeten alleen op een andere manier zoeken.

In deze workshop leert u hoe.

Verhalen – Yvette Kopijn neemt u mee in het verhaal van haar eigen Indonesische voormoeders en die van ons 10,000 Voormoeders project. Ze laat zien hoe belangrijk mondeling overgeleverde verhalen kunnen zijn in onze zoektocht naar onze inheemse voormoeders.

Archieven – Suze Zijstra neemt u mee in de archieven. Daar is veel meer over onze Indonesische voormoeders te vinden dan de meeste onderzoekers denken (“niets”).

DNA – Maarten Fornerod laat zien dat unieke informatie over Indonesische voormoeders onzichtbaar rondzwerft in de Nederlandse bevolking – en hoe u die zichtbaar kunt maken.

Op deze middag brengen we ook ons project ‘10.000 Voormoeders’ onder de aandacht, waar u aan mee kunt doen. Neem een foto mee van uw “oma Tjang” of “oma Miet”, deel uw verhaal en wij zullen haar toevoegen aan de 10.000 voormoeders die wij de komende tijd hopen te verzamelen. Heeft u vragen over uw voormoeder? Stel ze gerust, misschien weten wij het antwoord.

Kunt u onze workshop niet live bijwonen? Stuur uw foto en verhaal dan in via https://igv.nl/voormoeders/

Het project ’10.000 voormoeders’ is een gezamenlijk project van Maarten Fornerod (Indische Genealogische Vereniging), Yvette Kopijn (Tracing Your Roots, Stichting VerhalenOverLeven), Maureen Welscher (journalist/publicist) en Christel Terwiel (onderzoeker). Het project wordt mede ondersteund door Reggie Baay, Madelon Djajadiningrat en Dido Michielsen. Meer weten? Check: https://igv.nl/voormoeders/

De Indische Onderzoeker: Lilja Anna Perdijk

1

Ieder kwartaal spreken wij met een ervaren Indische onderzoeker, dit maal met de schrijfster Lilja Anna Perdijk, van wie zojuist het boek verscheen Akal: Overleven in Nederlands-Indië. Dit boek vertelt het bijzondere en aangrijpende levensverhaal van KNIL militair Bo Keller.

Je hebt een prachtig en aangrijpend boek geschreven over een KNIL militair, Bo, waar je lang aan hebt gewerkt. Mijn eerste vraag is: Had je voordat je begon aan dit boek affiniteit met Indonesië of Nederlands-Indië?

Deze historische non-fictie roman is mijn debuut. Ik wil daarom allereerst zeggen dat ik blij ben dat je het zo’n mooi boek vindt. Het is spannend om mijn ‘derde kind’ (want zo voelt het) na al die jaren met de buitenwereld te delen. Voor veel schrijvers is een Indische familieachtergrond de aanleiding tot een zoektocht en het schrijven van een boek. Voor mij was dat anders. Toen ik Bo ontmoette, was ik 25 jaar en hij 85 jaar. Hij was vrijwilliger in museum Bronbeek, waar hij bezoekers rondleidde. De energie en kennis waarmee hij dat deed, maakte me nieuwsgierig naar zijn eigen jeugd in Nederlands-Indië en de oorlogen die volgden. Als cultureel antropoloog ben ik gefascineerd door hoe mensen overleven in onmenselijke omstandigheden. Hoe moet het zijn om op te groeien in de ongelijkheid van een koloniale samenleving? En om dan te zien hoe buurtgenoten van de een op de andere dag vijanden worden? Welke invloed heeft de pijn, maar ook de veerkracht die nodig was om drie oorlogen te overleven op de generaties daarna? De meeste verhalen worden na de dood meegedragen in de harten van dierbaren. Sommigen belanden in een boek. Toen Bo het manuscript las, zei hij: ‘Je laat me voortleven.’ De dochter van Bo vertelde me na het lezen van het boek ‘dat ze haar vader hoorde praten’. Het zijn onvergetelijke complimenten. Daarmee is mijn eerste doel bereikt.

Je schrijft dat naast het verwerken van de verhalen van Bo, je ook veel onderzoek hebt gedaan in de archieven om het tijdsbeeld te begrijpen en ook te controleren of de verhalen van Bo konden kloppen. Kan je iets meer vertellen over het type bronnen dat je hebt geraadpleegd?

De herinneringen van Bo vormen de rode draad van dit boek. Het vraagt toewijding en middelen om een uitgebreid historisch onderzoek te doen in Nederland en Indonesië, waar ik gezien mijn gezin en fulltime baan geen mogelijkheid voor zag. Ondanks mijn sociaalwetenschappelijke achtergrond was dat ook niet mijn doel met dit verhaal. Een van mijn inspiratiebronnen is Wat is de Wat van Dave Eggers. Daarin wordt de Zuid-Soedanese burgeroorlog verteld vanuit het persoonlijke perspectief van Valentino Achak Deng (een Soedanese vluchteling), ondersteund door geschiedkundige feiten. Dat is ook de schrijfstijl die mij het meest natuurlijk af gaat. Ik hoop dat je de geschiedenis niet alleen leert kennen, maar ook doorvoeld. Je kijkt over de schouders van Bo terug in de tijd, met naar ik hoop een balans tussen herkenning en vervreemding. Er zijn gebeurtenissen in het leven van Bo waarin ik me kon herkennen. Tegelijkertijd gaan sommige verschrikkingen die hij heeft meegemaakt mijn voorstellingsvermogen te boven.

Van kinds af aan ben ik geboeid door persoonlijke verhalen die zich afspelen in een historische context. We hebben als mens de neiging om verhalen op zichzelf te zien, terwijl het kleine verhaal juist zoveel kan zeggen over onze collectieve geschiedenis. De constante angst waarin veel joden leefden tijdens de Tweede Wereldoorlog, werd invoelbaar bij het lezen van het dagboek van Anne Frank. Het leed van Syrische asielzoekers stond voor velen pas echt op het netvlies gegrift door de foto van de aangespoelde vierjarige Aylan Kurdi. Ik heb altijd het gevoel gehad dat het verhaal van Bo symbool zou kunnen staan voor Indo’s in Nederlands-Indië tijdens de oorlog(en) en na die tijd in Nederland. Dat is een van de redenen dat ik zo gemotiveerd was om zijn verhaal op te tekenen. Tegelijkertijd realiseer ik me dat het maar een symbool is uit vele totaal verschillende ervaringen.

Dat neemt niet weg dat ik dankbaar gebruik heb gemaakt van verschillende boeken, documenten en documentaires. Tijdens het schrijven vond ik bijvoorbeeld een gedigitaliseerde versie van de Sumatra post van 6 september 1928, de geboortedag van Bo. Hiermee kreeg ik een beeld van wat er toen speelde. Zijn leven in het interneringskamp kon ik spiegelen aan informatie die te vinden was bij het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD).

Vond je tegenstrijdigheden met de vertellingen van Bo, en hoe ging je daar mee om?

Er zijn ongetwijfeld tegenstrijdigheden met de ervaringen van anderen. Wat ik vooral belangrijk vond was een juiste weerspiegeling van de geschiedkundige gebeurtenissen in Nederlands-Indië. Denk aan de Bersiap, die Bo van dichtbij heeft meegemaakt. Ook zijn herinneringen aan deze periode heb ik wel zoveel mogelijk getoetst aan externe bronnen. Verder deed Bo zelf aan brononderzoek om zijn rondleidingen zo feitelijk mogelijk te kunnen geven. Hij hield een notitieboekje bij met aantekeningen. Ook zijn staat van dienst, waarin defensie alle inzet voor de Nederlandse krijgsmacht nauwgezet noteert, was waardevol tijdens het schrijven. Tot slot vond ik al zijn (veelal) Maleise woorden terug met een betekenis die kloppend was met het verhaal.

Je hebt het boek in eigen beheer uitgegeven. Is daar een reden voor? Het lijkt een boek dat ook prima bij een gevestigde uitgeverij zou passen.

Een paar jaar geleden benaderde ik twaalf verschillende uitgeverijen met mijn manuscript. Een kleine uitgeverij was laaiend enthousiast, maar zag noodgedwongen af van publicatie als gevolg van de impact van de coronacrisis. We besloten het toen maar zelf te gaan doen. Het boek kreeg een professioneel karakter dankzij de eindredactie en de vormgeving door mijn man. Vervolgens kreeg ik uit persoonlijke en professionele hoek hele positieve feedback. Ik wilde na al die jaren eraan te hebben gewerkt, niet nog maanden wachten op reacties van uitgeverijen op het afgeronde boek. Ik was het gevoelsmatig aan de familie van Bo en mijn eigen gezin schatplichtig dat het deze zomer zou verschijnen.

Je schrijft ook in het Spaans. Kan je vertellen hoe je meertaligheid is ontstaan?

Taal fascineert me sinds mijn kindertijd. Ik vind het mooi om me te verdiepen in andere talen dan mijn moedertaal. Op mijn zeventiende woonde ik een jaar in IJsland om met eigen ogen te zien waar mijn naam vandaan komt. Daar sprak ik de taal binnen zes maanden met zoveel overtuiging dat ik de vraag kreeg uit welk dorp ik kwam. Tijdens mijn HBO studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening woonde en werkte ik een jaar lang met mijn man in Mexico. We liepen beiden stage in verschillende weeshuizen. We raakten bevriend met onze docent Spaans, die parttime columnist was voor El Milenio, een lokale krant in de stad Cólima. Ik schreef en vertaalde een kinderverhaal dat ik met zijn hulp perfectioneerde en voorlas aan de jongens in het weeshuis. Hij vond het verhaal zo mooi dat ik het op 15 mei 2010 in die krant mocht publiceren.

Komt er een vervolgproject op basis van dit boek, of ben je nu met iets helemaal anders bezig?

Schrijven is mijn passie. Het lijkt me fantastisch om dit te kunnen blijven doen. Ik werk in de gemeente Den Haag o.a. aan het naar werk bemiddelen van Oekraïense vluchtelingen die dat willen. Uit verhalen horen we dat veel Oekraïners opgroeien met de gedachte dat je leeft met de dag; je weet namelijk nooit wat de volgende kan brengen. De oorlog is een wrange bevestiging hiervan. Dit soort verhalen over hoe overtuigingen en veerkracht over generaties heen worden doorgegeven, fascineren me. Over thema’s als deze zou ik graag meer willen schrijven. Wie weet wat er na deze zomer op mijn pad komt.

Het boek is een paar dagen geleden verschenen, zijn er nog activiteiten om je boek gepland?

De boekpresentatie is op donderdag 1 september om 13:00 uur op de openingsdag van de Tong Tong Fair (Pasar Malam) in Den Haag. Een grote eer en een feestje om daar te mogen staan, waar ik officieel het eerste boek overhandig aan de dochter van Bo. Op zaterdag 3 september om 15:00 uur is er ook nog een boekpresentatie in boekhandel Wagner in Sassenheim.

Over welke aspecten van de Indische / Indonesische geschiedenis wordt volgens jou te weinig gesproken of onderzoek naar gedaan?

Bo had het altijd over ‘het verhaal van onderaf’. Ik denk dat er lange tijd meer is geschreven en verteld vanuit het koloniale of Nederlandse perspectief, dan vanuit het perspectief van Indo’s die net als hij opgroeiden op blote voeten en tussen twee vuren. In de culturele antropologie wordt gezegd dat je jezelf pas echt leert kennen door de ogen van anderen. Bo was voor mij een van die anderen.

Het boek Akal, Overleven in Nederlands-Indië van Lilja Anna Perdijk (foto) is te bestellen via je lokale boekhandel of online via o.a. Libris, Bruna of Bookspot voor € 19,95.

‘Akal geeft een uniek inkijkje in het leven van Indo’s in Nederlands-Indië voor, tijdens en na de oorlog.’ – Philip Dröge

ISBN: 9789083260105

IGV, Tracing Your Roots en CBG | Centrum voor Familiegeschiedenis expert-uurtjes op de Tong Tong Fair

7

Bent u op zoek naar uw familiegeschiedenis in Nederlands-Indië of Indonesië en kunt u wel een steuntje in de rug gebruiken?

Gedurende de Tong Tong Fair op het Malieveld in Den Haag zijn er elke dag expert-uurtjes waar u aan een expert op een bepaald gebied uw vragen kunt stellen. Experts komen uit IGV, Tracing Your Roots en CBG | Centrum voor Familiegeschiedenis. Meestal zijn de onderwerpen twee keer geprogrammeerd. Hieronder vindt u de dagen en tijden, onder voorbehoud. Plaats van actie is de IGV/Tracing Your Roots stand, nummer 1621, tegenover de Moesson en naast Pelita.

U kunt daar trouwens ook op andere tijden terecht met uw vragen, voor informatie, om iets te laten zien, of gewoon om een praatje te maken. We zorgen dat er iets te knabbelen is.

Programma expert-uurtjes

DagTijdOnderwerpExpertOrganisatie
Do 1 sept.12:00-13:00Bronnen 1940-1945Nona BlijlevensCBG | Centrum voor Familiegeschiedenis
Do 1 sept.15:30-16:30Genealogische bronnen Arsip Nasional JakartaKarel SoeterikIGV
Do 1 sept.19:00-20:00Eerste Generatie Indische NederlandersKevin FelterIGV
Vr 2 sept.14:00-15:00Genealogische bronnen Arsip Nasional JakartaKarel SoeterikIGV
Vr 2 sept.15:00-16:00Militaire BronnenMaaike van der KloetIGV
Vr 2 sept.17:00-18:00Tracing Your RootsSteffie de HaanTracing Your Roots
Vr 2 sept.19:00-20:00Chinees Indonesische FamiliegeschiedenisTjabring van EgtenIGV
Za 3 sept.13:00-14:00Militaire BronnenMaaike van der KloetIGV
Za 3 sept.15:00-16:00Passagierslijsten repatriëringAdriaan IntveldIGV
Za 3 sept.17:00-18:00Burgerlijke Stand Nederlands Indië en bronnen Nationaal ArchiefDennis van de JagtIGV
Zo 4 sept.13:00-14:00BandaAd LansIGV
Zo 4 sept.14:00-15:00Tracing Your RootsJaney IJsendoornTracing Your Roots
Zo 4 sept.18:00-19:00Indisch DNAArthur FickelIGV
Zo 4 sept.20:45-22:00Club Tracing Your RootsClub Tracing Your RootsTracing Your Roots
Ma 5 sept.14:30-15:30Bronnen 1940-1945Nona BlijlevensCBG | Centrum voor Familiegeschiedenis
Ma 5 sept.16:00-17:00Eerste Generatie Indische NederlandersKevin FelterIGV
Ma 5 sept.19:00-20:00Chinese graven in IndonesiëMaarten FornerodIGV
Di 6 sept.13:00-14:00Bronnen uit de VOC tijdDiana SiebengaCBG | Centrum voor Familiegeschiedenis
Di 6 sept.19:00-20:00Tracing Your RootsStefanie HehalatuTracing Your Roots
Wo 7 sept.13:00-14:00Bronnen Nationaal ArchiefDennis van de JagtIGV
Wo 7 sept.15:00-16:00Burgerlijke Stand Nederlands IndiëLeo JanssenIGV
Wo 7 sept.16:00-17:00Kerkelijke en andere bronnen SemarangRon van der WalIGV
Do 8 sept.13:00-14:00Persoonskaarten en Oud-Paspoort ArchiefSanne WestermanCBG | Centrum voor Familiegeschiedenis
Do 8 sept.16:00-17:00Oorlogsgraven in IndonesiëEric NeyndorffIGV
Do 8 sept.19:00-20:00Armeniërs in Nederlands-Indië en IndonesiëMaral Kazikan en Inge DrostAbovian Cultural Association
Vr 9 sept.17:00-18:00Kerkelijke en andere bronnen SemarangRon van der WalIGV
Vr 9 sept.19:00-20:00Chinees Indonesische FamiliegeschiedenisYap Kioe BingChinese Indonesian Heritage Center
Za 10 sept.14:00-15:00Passagierslijsten repatriëringAdriaan IntveldIGV
Za 10 sept.16:00-17:00Oorlogsgraven in IndonesiëEric NeyndorffIGV
Za 10 sept.19:00-20:00Indisch DNAArthur FickelIGV
Zo 11 sept.12:00-13:00Indische stamboom voor beginnersDiana SiebengaCBG | Centrum voor Familiegeschiedenis
Zo 11 sept.14:00-15:00Tracing Your RootsEsmée TomaulaTracing Your Roots
Zo 11 sept.16:00-17:00BandaAd LansIGV
Zo 11 sept.19:00-20:00Aziatische voormoedersMaarten FornerodIGV

Voormoeders op Indiëherdenking

0

UPDATE: de workshop is helemaal uitverkocht, het Paradijs is vol. We proberen echter op een andere dag, wellicht op een andere plek een reprise te geven, stay tuned!

Als onderdeel van de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 geven wij een workshop Hoe vind ik mijn Indonesische Voormoeder: Archieven, Verhalen en DNA. Op een mooie plek: het Nationale Theater in Den Haag. Toegang is gratis. Tot dan? Registreer je hier.

REGISTREREN

Suze Zijlstra, Yvette Kopijn, Maarten Fornerod.

Programma:

13:00 inloop met koffie, thee en spekkoek

13:30-13:45 introductie van Barbara Boender (CBG | Centrum voor Familiegeschiedenis)

13:45-14:45 Workshop met Suze Zijlstra, Yvette Kopijn en Maarten Fornerod

14:45-15:45 Informatie, meet & greet sprekers en experts

Suze Zijlstra is historisch onderzoeker en auteur (De Voormoeders), Yvette Kopijn is verbonden aan de Stichting VerhalenOverLeven i.o. en initiatiefneemster Tracing Your Roots, Maarten Fornerod is secretaris Indische Genealogische Vereniging, biomedisch onderzoeker en publicist over o.a. leefstijl en Indonesische familiegeschiedenis.

Famillement: veel belangstelling voor Indische en Indonesische familiegeschiedenis

0

Op het tweejaarlijkse Famillement op zaterdag 25 juni was er veel belangstelling voor Indische en Indonesische roots. Het evenement werd gehouden in het DeLaMar Theater en het Stadarchief Amsterdam. De IGV was goed vertegenwoordigd met een lezing van Tjabring van Egten over Chinees-Indonesische familiegeschiedenis en Maarten Fornerod met een drukbezochte workshop Hoe traceer ik mijn Indische en Indonesische roots: Tips, trucs en nieuwe bronnen, op veler verzoek hieronder terug te kijken. Bovendien was onze stand gezellig en goed bezocht, dank aan alle vrijwilligers! Suze Zijlstra gaf tot slot een mooie lezing over haar boek De Voormoeders. Een mooie opwarmer voor de Tong Tong Fair, 1-11 september in Den Haag. Word lid om ons werk te steunen en voor onbeperkte toegang op de website.

De Indische Onderzoekers: Guus en Tilly Rozendaal

1

Ieder kwartaal spreken wij met ervaren onderzoekers op het gebied van Indische en/of Indonesische (familie-) geschiedenis. Deze keer spreken wij met Guus en Tilly Rozendaal, initiatiefnemers van de Indische Verhalentafel.

Jullie zijn actief in het ontsluiten van familiegeschiedenissen uit Nederlands-Indië en Indonesië. Hoe is dat zo gekomen? Heeft jullie eigen familiegeschiedenis hierin een rol gespeeld?

Geïnspireerd door het boek Istori Kita van Simone Berger heeft Guus in 2020 het Indische verhaal van zijn vader en grootvader (1920-1958) opgeschreven en waaraan hij nog verder werkt op basis van nieuwe informatie. Later besloten wij een website en een Facebook-pagina op te zetten om meer verhalen te verzamelen t.b.v. familie en nazaten van de vertellers. Inmiddels ruim 40 verhalen, inclusief het verhaal van Guus en het verhaal van Tilly en haar link met Nederlands-Indië. Er zitten nog wat verhalen in de “pijplijn” waaronder het interview met Theo Doorman, de jongste zoon van Schout-bij-nacht Karel Doorman, die zoals bekend als bevelhebber met een groot deel van de geallieerde vloot ten onder ging bij de Slag in de Javazee.

Wat is de Indische Verhalentafel precies?

De-Indische-verhalentafel is in eerste instantie een medium om de unieke verhalen die nog niet eerder verteld zijn een plaats te geven op het internet ter borging voor de toekomst. Deze bijzondere familieverhalen zijn belangrijk voor de volgende generaties. Vandaar dat de website en alle verhalen op de termijn ook in het Engels worden vertaald. Veel Indo’s zijn namelijk naar andere landen geëmigreerd en de nazaten daarvan zijn vaak de Nederlandse taal niet meer vaardig. Ook hebben wij -geïnspireerd door een ander boek van Simone Berger getiteld “De Langer Reis van de Poesaka” een pagina gecreëerd om korte verhalen over een poesaka, een erfstuk uit Nederlands-Indië, te vertellen met de daarbij behorende foto.

zie ook: www.de-indische-verhalentafel.online 


Wat hebben jullie nodig van mensen om hun familiegeschiedenis vast te leggen?

Tilly heeft niet veel aanknopingspunten nodig om verder onderzoek te doen, vooral via internet, om toch tot een verhaal te komen, maar hoe meer informatie hoe beter dat uiteraard is voor het verhaal. Als de verteller wat moeite heeft om een begin te maken dan hebben wij een standaard email die de verteller op weg kan helpen. Aan de hand van de antwoorden kan Tilly met haar research beginnen en ontstaat er meestal een “test “verhaal. Hier wordt dan door het heen en weer e-mailen tussen Tilly en de verteller aan voort geborduurd. Het verhaal wordt aangevuld en/of veranderd. Soms gaat een verhaal 10 of meer keer heen en weer omdat er steeds meer details in het geheugen van de verteller komen en die worden dan toegevoegd. de Indische Verhalentafel is een “levende” website dus ook als de goedkeuring gegeven is voor het plaatsen van het eindresultaat is er altijd nog de optie om op een later moment het verhaal nog aan te passen.

Worden familiegeschiedenissen digitaal of in boekvorm gepubliceerd?

De familieverhalen worden voor nu alleen digitaal op de website www.de-indische-verhalentafel.online gepubliceerd. Wellicht kunnen we in de toekomst overwegen om, met de toestemming van de vertellers, een boek te laten drukken. Wij zouden dat dan in eigen beheer doen en niet voor commerciële doeleinden, eventuele opbrengsten gaan dan naar de Stichting Arjati, waar wij beiden bestuurslid van zijn (zie bijgaande flyer).

Doen jullie zelf onderzoek of werken jullie met de gegevens die jullie aangereikt krijgen?

Er zijn altijd wel een paar gegevens nodig voor ons om het onderzoek mee te starten maar in principe doen we al het onderzoek zelf. Er is al 1 verhaal door Tilly geschreven (het verhaal van Herman Sterken) waarbij we alleen de naam van zijn grootvader hadden en het feit dat hij bij de Deli Maatschappij in Medan had gewerkt. Het is zeker niet het langste verhaal op de website maar de nazaten zijn er heel erg blij en verrukt mee.

Hebben jullie misschien een voorbeeld van een heel verrassende geschiedenis die bij jullie langskwam?

​Misschien niet verrassend maar wel heel aangrijpend is het verhaal van Benno van der Velde, een joodse man uit Israël,  wiens vader stierf toen het Helschip de Junyo Maru werd getorpedeerd door de Britten en kort daarop is vergaan. Het verhaal dat wij mochten schrijven van Johan van Leer, eveneens een joodse man uit America, wiens vader op hetzelfde schip zat op dezelfde dag en het overleefde. De twee mannen hadden elkaar nog gezien kort voor de torpedo aanval en elkaar gezegd “als wij elkaar morgenochtend weer zien kunnen we elkaar een gelukkig (joods) nieuwjaar wensen”. Het schip werd die middag getroffen en zonk kort daarna, de twee mannen hebben elkaar nooit meer kunnen zien. Door deze twee vertellers weer samen te brengen kon het helingsproces beginnen waarvoor de familie ons dankbaar is (“delen is helen”).

Over welke aspecten van de Indonesische geschiedenis wordt volgens jullie te weinig gesproken of onderzoek naar gedaan?

Veel gaat over de Japanse bezetting, de dekolonisatieoorlog en de lelijke kant van het kolonialisme. Volgens ons zou er meer aandacht moeten komen voor de positieve kanten van de Nederlandse aanwezigheid in Nederlands-Indië, zeker na invoering van de zgn “Ethische Politiek” begin 20e eeuw. De grootvader en vader van Guus gingen naar Indië met de beste bedoelingen jegens de inlandse bevolking en zo waren er nog veel meer.   

Hoe kunnen mensen jullie het beste bereiken als ze “zitten” met een familiegeschiedenis die ze willen vastleggen voor het nageslacht?

Wij nodigen iedereen uit om ​contact opnemen met ons via info@de-indische-verhalentafel.online

Sinds kort zijn jullie ook lid van de IGV. Wat zou je graag als lid willen bijdragen aan de vereniging?

Tilly heeft inmiddels heel veel geleerd over stamboom- en ander onderzoek op het internet. Misschien kunnen wij iets bijdragen of leden helpen met de zoektocht die er is naar hun roots/achtergrond. Het is niet voor niets dat Marcus Garvey ooit schreef en ik quote een vertaling uit het Engels “een volk zonder kennis over zijn verleden, geschiedenis, oorsprong en cultuur is als een boom zonder wortels”. 

Veel dank!!

10.000 Voormoeders project

24

Doe mee aan een collectief eerbetoon aan onze Aziatische voormoeders

Wat weten wij eigenlijk van onze Aziatische voormoeders? Een naam, een vergeelde foto, een anekdote. Wanneer we gaan schatgraven in onze familiegeschiedenis, dan vinden we slechts flarden terug van onze Aziatische voormoeders. Toch is zij vaak de sleutel tot het begrijpen van ons familieverleden. Zonder haar waren er bijvoorbeeld geen Indische families!

Om haar alsnog een zichtbare plek in onze familiestamboom te geven, is de IGV samen met stichting VerhalenOverLeven e.a. gestart met het project ’10.000 Voormoeders’ . We nodigen je uit om samen met ons te bouwen een database, waarin we de biografische gegevens, foto’s en verhalen van 10.000 Aziatische voormoeders met elkaar verbinden.

Vaak kennen wij haar geboortenaam niet, of die van haar ouders, of haar geboorteplaats. Dat komt omdat zij dikwijls niet werd geregistreerd in de burgerlijke stand van Nederlands-Indië. En als dat wel zo was staat er regelmatig: gegevens onbekend. Is er dan geen informatie? Zeker wel. We moeten alleen op een andere manier zoeken.

Als we 10.000 van onze Aziatische voormoeders iets beter leren kennen, elk, met een foto en de spaarzame gegevens die zijn overgeleverd, dan ontstaat een omgeving met veel dimensies waar we de ontbrekende kennis in kunnen vinden, of in elk geval benaderen. We kunnen die dimensies, zoals een plaats, een tijd, een verhaalfragment, eenvoudig navigeren in een speciale voormoeders database.

Bovendien is een een fotocollectie van 10.000 van onze Aziatische voormoeders een eerbetoon, en een erkenning hoe massaal hun invloed is geweest op onze geschiedenis.

Daarom hebben wij uw hulp nodig.

Want, als u roots in Nederlands-Indië of Indonesië heeft, ligt er ergens die foto. Van oma Tjang of oma Miet of oma Toet. En misschien weet u niet zo veel over haar, maar toch wel iets. Een plaats, een jaartal, of een anekdote.

Heeft u een foto van uw Aziatische voormoeder?

Doe mee met deze link

Alle informatie over haar is welkom, ook al is er bijna niets.

De foto’s met gegevens worden digitaal en toekomstbestendig ontsloten in de voormoeders database, die voor het publiek toegankelijk en doorzoekbaar wordt. U blijft eigenaar van de foto, en deze mag niet zonder uw toestemming worden gebruikt voor andere doeleinden dan het 10.000 voormoeders project. Datzelfde geldt voor uw teksten. Uw naam wordt niet zonder uw toestemming geopenbaard, en uw email adres nooit.

De ceremoniële lancering van de database is gepland voor begin 2023.

Dit project is geïnitieerd door Maarten Fornerod, secretaris Indische Genealogische Vereniging, Yvette Kopijn, Stichting VerhalenOverLeven en initiatiefneemster Tracing Your Roots, Maureen Welscher, journalist en publicist, en Christel Terwiel, socioloog en onderzoeker.

Dit project wordt mede ondersteund door:

Reggie Baay
Madelon Djajadiningrat
Dido Michielsen
Suze Zijlstra

Meer lezen

De Indonesische Onderzoeker: Alicia Schrikker

0

Ieder kwartaal interviewen wij een ervaren onderzoeker op het gebied van Indische en/of Indonesische (familie-) geschiedenis. Dit keer maken wij kennis met Alicia Schrikker, onderzoeker aan het Institute for History van de Universiteit Leiden, van wie vorig jaar het publieksboek De vlinders van Boven-Digoel verscheen bij uitgeverij Prometheus.

Voor zover ik kan zien ben je onderzoeker op het gebied van Indonesische sociaal-culturele geschiedenis. Hoe is dat zo gekomen? Op welke vragen wilde je een antwoord vinden?

De sociaal-culturele geschiedenis van Indonesië is inderdaad een belangrijk deel van mijn onderzoek, maar daarnaast houd ik me ook in bredere zin bezig met de geschiedenis van koloniale samenlevingen in Azië. Ik ben gepromoveerd op een studie naar de Britse omgang met de Nederlandse bestuurlijke erfenis op Sri Lanka rond 1800. Sindsdien heb ik me veel beziggehouden met wat ik graag ‘alledaags kolonialisme’ noem, waarbij ik kijk naar de invloed van koloniale machtsverhoudingen op alle inwoners van de koloniën. Dat onderzoek ik zowel voor Sri Lanka als voor Indonesië. Ik merk dat het moeilijk is om je voorstellen hoe het leven in een koloniale samenleving was, als we ons alleen richten op periodes van oorlog, op handel of op koloniale politiek. Wat mij fascineert is hoe mensen omgingen met de koloniale aanwezigheid en onderdrukking van de Nederlanders. Welke plek had dit in hun dagelijks leven, of in verschillende levensfases? Om deze vragen goed te beantwoorden moet je diep de bronnen induiken. Ik heb dat voor De Vlinders van Boven-Digoel ook gedaan, alledaags kolonialisme is een belangrijk thema in de verschillende verhalen van het boek. Een voorbeeld is het hoofdstuk over het postkantoor in Langsa, niets alledaagser dan een postkantoor zou je denken, maar in de koloniale tijd is niets wat het lijkt.

Wat is momenteel de focus van je onderzoek?

Ik leid op dit moment een aantal grote onderzoeksprojecten. In een van die projecten kijk ik, samen met het onderzoeksteam, naar de verschijningsvormen van koloniale mentaliteit in het leven van alledag. We proberen vast te stellen wat de invloed daarvan op korte en langere termijn is geweest en hoe dit mede vormgaf aan de legitimatie van het Nederlands kolonialisme. We kijken bijvoorbeeld naar het zelfbeeld van achttiende- en negentiende-eeuwse bestuurders in het koloniale Indonesië, zoals residenten of gouverneurs. Hoe verantwoordden zij hun werk? Dezelfde vraag stellen we over predikanten en zendelingen, want ook zij vormden een belangrijke pilaar van het koloniale bouwwerk. Zij waren vooral heel invloedrijk in de vorming van het in Nederland heersende positieve beeld van de koloniale wereld en vooral van de rol van Nederlanders zelf in die wereld. Het gaat dan over kwesties als racisme en slavernij, maar ook over opvatting over goed bestuur. Mijn andere project gaat over Sri Lankaanse families die de achttiende eeuw in aanraking kwamen met de VOC, via de belastingregistratie, het juridische bestel of, opnieuw, de kerk. Hier kijken we echt vanuit het Sri Lankaanse perspectief naar de VOC. Deze beide benaderingen vind je ook terug in verschillende hoofdstukken van De Vlinders van Boven-Digoel.

Josephine Thueré, Alicia Schrikker’s betovergrootmoeder

Heb je een Indische familiegeschiedenis die een rol heeft gespeeld bij de keuze van je onderzoek?

Ja, ik heb een Indische familiegeschiedenis, maar die gaat wel wat verder terug. Mijn overgrootmoeder Lucie werd aan het einde van de negentiende eeuw als kind naar Nederland gestuurd, om naar de HBS te gaan. Het was de bedoeling dat ze naar Nederlands-Indië zou terugkeren, om daar gouvernante of onderwijzeres worden te en haar moeder te ondersteunen. Ze besloot echter op haar achttiende dat ze niet terug zou gaan. In plaats daarvan trouwde ze met een Nederlander. Hoofdstuk 10 van mijn boek, ‘De kinderen van Banjarmasin’, is gebaseerd op de brieven die Lucie van haar in Indië achtergebleven moeder, Josephine (foto), kreeg. De pijn van de afstand en het afscheid is voelbaar in elke brief. Overigens wilde ik niet dat het hoofdstuk alleen om mijn familieleden zou draaien. Ik heb er daarom voor gekozen om via die brieven het leven te schetsen van Lucie’s schoolvriendinnen, die allemaal in Banjarmasin bleven wonen. Zo kon ik een uniek inkijkje geven in het dagelijks leven van de Indisch-Europese gemeenschap daar.

Dit is de eerste keer dat ik deze brieven gebruikt heb in mijn werk, maar ze stonden echt aan de basis van mijn interesse in Indonesië en in koloniale geschiedenis. Toen ik een tiener was, was mijn moeder bezig met het transcriberen van al deze brieven en liet ze de foto’s zien die daarbij hoorden. Op mijn achttiende heb ik een paar maanden door Indonesië gereisd, deels samen met mijn moeder. Daar is mijn interesse echt gewekt.

Wat waren de afgelopen tijd je mooiste en/of meest verrassende ontdekkingen?

De mooiste ontdekkingen komen altijd als je het niet verwacht. In het boek spelen toevallige vondsten in het archief een grote rol. De ontdekking van de collectie vlinders uit Boven-Digoel, waarvan ik wist dat ze door de politieke gevangenen verzameld waren, was natuurlijk wel een van de hoogtepunten van de afgelopen jaren! Het maakte de geschiedenis van het politieke strafkamp en de onderdrukking ineens heel tastbaar. Dit was bovendien  ook echt historisch detectivewerk, want mijn enige aanknopingspunt was een enkel zinnetje uit het archief in Jakarta. Het gaf dus heel veel voldoening om de vlinders ook echt te vinden en van dichtbij te zien.

Vlinder, Papilio ulysses, gevangen in Boven-Digoel, 23 juni 1929. (Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen)

Een ander voorbeeld van een prachtvondst zijn de slavenregisters uit onder meer Semarang en Manado die ik terugvond. Deze slavenregisters geven heel veel informatie over slaafgemaakte individuen in deze koloniale steden, en over hun eigenaren. Ik heb de registers voor het boek gebruikt – ik volg in hoofdstuk 8 bijvoorbeeld het jongetje Herkulus uit Manado dat een poging doet om te ontsnappen – maar inmiddels ben ik bezig er een groter project van te maken. Dat doe ik samen met Coen van Galen, een collega uit Nijmegen, en Yuanita Pratiwi van de Universitas Gadjah Mada in Yogyakarta. Yuanita heeft intussen nog veel meer slavenregisters en andere archiefbronnen gevonden, waarmee we de negentiende-eeuwse koloniale slavernij en de afschaffing daarvan tot op het niveau van individuen, slaafgemaakte, handelaar en eigenaar, kunnen reconstrueren. Misschien zitten hier ook wel aanknopingspunten bij voor mensen die genealogisch onderzoek doen.

Hoe keek/kijkt men in Indonesië aan tegen een onderzoeker uit Nederland die onderzoek kwam/komt doen in de archieven? Is bijvoorbeeld de koloniale geschiedenis verder weg voor Indonesiërs dan voor Nederlanders?

Ik werk daar natuurlijk vooral met studenten, archivarissen en andere historisch onderzoekers, dus die vinden dat niet zo gek. Hun interesses zijn niet zo anders dan die van mij. Ik denk ook dat in Indonesië de interesse in het koloniale verleden de afgelopen tien à vijftien jaar is gegroeid. Toen ik net dat verhaal  over de vlinders had ontdekt en ik dat vertelde aan mensen in Jakarta raakten zij ook meteen nieuwsgierig. Die vlinders waren immers door de handen gegaan van de gevangen Indonesische politieke leiders en journalisten en spraken ook bij hen tot de verbeelding. Ik heb ook het idee dat het koloniale tegenwoordig ook een grotere rol speelt in de populaire cultuur, zowel in haar gewelddadige vorm, als op een meer luchtige  manier. Nog niet zo lang geleden zag ik bijvoorbeeld de Indonesische film Adriana, waar het koloniale verleden op een speelse wijze  verweven was in een verhaal over twee jonge mensen in hedendaags Jakarta.

Over welke aspecten van de Indonesische geschiedenis wordt volgens jou te weinig gesproken of onderzoek naar gedaan?

Ik zou heel graag meer onderzoek doen naar de verschillende vormen van migratie en mobiliteit in Indonesië tussen 1600 en 1900. Ik denk dan vooral aan de mobiliteit tussen de eilanden. Mensen waren soms door omstandigheden gedwongen zich te verplaatsen, denk aan slavernij, oorlogen of natuurrampen. Maar mensen waren ook onderweg om veel positiever redenen. Handelsgemeenschappen bijvoorbeeld waren heel mobiel. We hebben de neiging om de eilanden als afgesloten eenheden te zien, maar dat klopt volgens mij dus niet.

Een ander onderwerp waar volgens mij nog veel aan gedaan moet worden is de verwevenheid van lokale vormen van slavernij en koloniale slavernij. Dit thema komt ook aan bod in het boek, maar verdient echt meer aandacht. En ik zou ook nog graag dieper ingaan op de manieren waarop mensen gebruik wisten te maken van koloniale instituties, zoals rechtbanken en notariaat, om hun eigen positie te versterken. In het notarieel archief van Ambon heb ik gezien dat bij de Nederlandse notaris heel interessante zaken werden vastgelegd, bijvoorbeeld lokale handelaren. Ze gebruikten het notariaat heel specifiek om eerder tot stand gekomen mondelinge overeenkomsten te bekrachtigen. We doen dit soort onderzoek nu voor Sri Lanka, maar daar zou ik ook graag voor verschillende plekken in Indonesië mee aan de slag gaan.

Je nieuwe boek, De Vlinders van Boven-Digoel, is dit deel van je reguliere onderzoek of is het een “uitstapje”? Krijgt het een vervolg?

Het is voor een deel een vertaling van mijn onderzoek naar een wat breder publiek, ook in letterlijke zin, want veel van mijn wetenschappelijk werk publiceer ik in het Engels. Ik heb ervoor gekozen om in De Vlinders verhalen en archiefvondsten centraal te stellen, en vanuit daar de thema’s als slavernij, macht en racisme breder te beschouwen. Soms gaat het heel direct over mijn eerdere onderzoek, bijvoorbeeld in de hoofdstukken over de omgang met de aardbeving op Ternate in 1840, of de vulkaanuitbarstingen op Sangihe Besar. Ik heb ontzettend veel plezier gehad in het schrijven van dit boek en er ook wel iets meer van mezelf ingelegd dan ik normaal doe. Sommige hoofdstukken, zoals die over slavernij, zijn eigenlijk nog maar het begin. Die wil ik nog verder uitwerken. En dat geldt trouwens ook voor de geschiedenis van de Indische gemeenschap in Banjarmasin in de negentiende eeuw. Je hebt misschien wel gemerkt dat ik vooral ook geïnteresseerd ben in mensen in de marge van  de koloniale samenleving.

Wie weet komt er dus wel een vervolg. Dat zal wel even moeten wachten, want momenteel ben ik bezig met het afronden van een heel ander boek, namelijk een handboek voor studenten en beginnende onderzoekers over het werken met koloniale bronnen (Kolonialisme geschiedschrijving en primaire bronnen). Oh, en ik zou ook graag een over Sri Lanka schrijven met dezelfde verhalende aanpak, want ook daarover heb ik nog veel opmerkelijk materiaal verzameld. Kortom ik ben nog niet uitgeschreven.

Ik heb zelf een tijd geleden geprobeerd om het boek “Rahasia Kraton Terboeka” van Marco Kartodikromo te vinden, maar het boek lijkt van de aardbodem verdwenen. De auteur was een van de gevangenen in Boven-Digoel. Ben je toevallig iets over hem te weten gekomen?

Hmm, nee dat boek ken ik niet. Misschien kan je het bij de Perpustakaan Nasional/Nationale Bibliotheek in Jakarta kunt proberen?  Mas Marco speelt geen grote rol in het hoofdstuk over Boven-Digoel, maar ik noem hem wel en heb veel over hem gelezen. Voor de impressie van het kampleven heb ik gebruik gemaakt van de artikelen van zijn hand die in die tijd verschenen in de Perwarta Deli. Het zijn energieke, spottende maar ook wanhopige stukjes. In 2002 zijn gebundeld door Koesalah Soebagyo Toer in het boekje Pergaulan orang buangan di Boven Digoel. Het geeft een indruk van de aard van het kamp, maar ook van de omgang met de absurde situatie waar journalisten en schrijvers als hij in terecht waren gekomen. Misschien nog leuk om te weten: de vlinders uit Boven-Digoel die ik in Brussel terug vond zullen waarschijnlijk volgend jaar in Bronbeek tentoongesteld worden, dus dan kan iedereen ze zien!

De Vlinders van Boven-Digoel is uitgegeven bij Uitgeverij Prometheus, en is overal verkrijgbaar.

Recent Nieuws