Home Blog Pagina 35

Kleine Indische genealogieën (II)

0
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Silsilah silsilah ketjil

Na de families Cinecout en Dersjant volgen in deze categorie nu de nakomelingen van Frederikus Hendrik Bouma uit Rotterdam. Bouma werd geboren op 14 april 1838 en kwam vermoedelijk begin jaren 1860 op Java aan. Van beroep was hij koopman. Zijn overlijden werd in 1890 ingeschreven te Semarang. In die plaats ook was zijn naam verbonden met het handelshuis F.H. Bouma & Co. Zijn verblijf op Java duurde al met al dus een kleine dertig jaar. Over zijn eerste vrouw weten we niet meer dan haar naam, overlijdensplaats en -datum en leeftijd bij overlijden. Zijn tweede echtgenote droeg de naam Couperus en was dus van ‘goeden huize’. Voor haar moeder en beide grootmoeders gold hetzelfde. Zij behoorden tot respectievelijk de families Kulenkamp Lemmers, Cranssen en Holmberg de Beckfelt. Met haar kreeg Bouma een dochter. De familienaam werd doorgegeven via zijn zoon Frederik Hendrik. Diens moeder was een gedoopte inlandse vrouw. Junior was werkzaam in de cultures, laatst als administrateur. De oudste van zijn twee geadopteerde zoons zette de familienaam voort, maar had voor zover bekend alleen een dochter.

De genealogie Bouma (pdf)

Door: Roel de Neve

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

De Indische roots van H.K.H. Prinses Laurentien

0
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Tot voor enkele decennia speelde Nederlandsch-Indië in bijna elke Nederlandse familie wel een rol. Enigszins overdreven gezegd natuurlijk, maar toch …. Wie kende ze immers niet, een ver familielid die koloniaal was, een Indische familietak. Of soms dichterbij de Indische oma en tantes, de verhalen over het leven onder de tropenzon, de fotoalbums met vergeelde familieportretten. En natuurlijk niet te vergeten het Indische eten als welkome afwisseling van de Hollandse pot. Inmiddels zijn we een flink stuk verder in de tijd. Het Indisch-zijn en voelen is onder de jonge generatie van nu niet meer vanzelfsprekend. Zeker als het Indische familieverleden steeds meer uit het zicht raakt door langer wordende afstammingslijnen.

Prinses Laurentien

Bron: ANP

Ook Claus-Casimir graaf van Oranje-Nassau, jonkheer van Amsberg (2004) en zijn zusjes de gravinnen Eloise (2002) en Leonore (2006) moeten ver terug. Pas onder hun betbetovergrootouders stuiten de kinderen van prins Constantijn en prinses Laurentien op een Indische voormoeder. Françoise Pauline Marie Boermeester was haar naam. Zij werd geboren te Soerabaja op 12 mei 1853, trouwde een Hollandse man en vestigde zich met hem in Nederland. In 1927 overleed zij te ’s‑Gravenhage. Het toeval wil dat gravin Eloise in die plaats exact 75 jaar later werd geboren.

Of Prinses Laurentien, laat staan haar kinderen van dit alles weet hebben? Wie zal het zeggen. Het ‘Indische smaldeel’ onder hun voorouders is klein. Van de zestien betovergrootouders van Prinses Laurentien zijn er maar twee Indo-Europees, d.w.z. gemengdbloedig. Haar Indische roots vormen voor genealogisch ingewijden overigens geen nieuws. Toen zij en Prins Constantijn trouwden, stond de redactie van het tijdschrift De Nederlandsche Leeuw immers uitgebreid bij haar voorouders stil. Toen al werden ook de contouren van haar Indische voorgeschiedenis zichtbaar. Die begon bij haar betovergrootmoeder Françoise Pauline Marie Boermeester (1853-1927), hierboven al genoemd. Het Indische bloed vond zijn weg dus ook naar onze koninklijke familie.

Prinses Laurentien behoeft hier natuurlijk geen introductie. We weten dat zij zich als lid van het Koninklijk Huis op velerlei terreinen inzet. Zo gaat zij voorop in de strijd tegen laaggeletterdheid. En daarmee is de cirkel mooi rond, denkend aan haar Javaanse voormoeders Mina en Rakima. Die konden immers waarschijnlijk noch lezen, noch schrijven.

Onderstaande afstammingslijn begint met haar betovergrootmoeder Françoise Pauline Marie Boermeester en laat zien hoe Prinses Laurentien met Nederlandsch-Indië verbonden is.

Betovergrootmoeder

I. Françoise Pauline Marie Boermeester, geb. Soerabaja 12 mei 1853, overl. ’s‑Gravenhage 3 april 1927, tr. Soerabaja 5 juni 1872 Johann Wilhelm Jakob Hofman, geb. Amsterdam, 5 juli 1848, luitenant-kolonel der infanterie O.I.L., overl. ’s‑Gravenhage 29 aug. 1915, zn. van Johann Hendrik Hofman en Johanna Francisca Hubertina Sophia Visser.

Overgrootmoeder

II. Gertrude Clémence Emilie Eugénie Hofman, geb. Soerabaja 1 april 1875, overl. ’s‑Gravenhage 31 jan. 1968, tr. Padang (Sumatra’s Westkust) 20 dec. 1895 Laurens Antonie Frederik Hoolboom, geb. Batavia 30 april 1867, kapitein der artillerie O.I.L., commandant van de vestingartillerie in Nederlandsch-Indië, overl. Wassenaar 23 okt. 1945, zn. van Pieter Cornelis Hoolboom en Maria Antonetta Schön.

Grootmoeder

III. Françoise Laurence Wilhelmina Hoolboom, geb. ’s‑Gravenhage 14 sept. 1901, overl. ’s‑Gravenhage 2 dec. 1981, tr. Medan (Oostkust van Sumatra) 16 dec. 1928 Marius Jacobus Brinkhorst, geb. Dieren (Rheden) 19 mei 1902, planter in Deli (Oostkust van Sumatra), overl. Apeldoorn 25 april 1943, zn. van Jan Hendrik Brinkhorst en Maria Jacoba Steenbeek.

Vader

IV. Prof. Mr. Laurens Jan Brinkhorst (R.N.L., O.O.N.), geb. Zwolle 18 maart 1937, onder meer hoogleraar Europees recht te Groningen 1967-1973, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken 1973-1977, voor D66 lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1977-1982, fractievoorzitter D66 1981-1982, werkzaam voor de Europese Commissie 1982-1994, lid van het Europees Parlement 1994-1999, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij 1999-2002, minister van Economische Zaken 2003-2006, vicepremier 2005-2006, hoogleraar Internationaal en Europees Recht en Bestuur aan de Universiteit Leiden 2006-, tr. ’s‑Gravenhage 26 aug. 1960 Drs. Jantien Heringa.

V. Petra Laurentien Brinkhorst (voert sinds haar huwelijk volgens het hoffelijkheidsbeginsel de titels van haar echtgenoot, dus Laurentien prinses der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, mevrouw Van Amsberg), BA, M Journalism, geb. Leiden 25 mei 1966, tr. ’s‑Gravenhage 17 mei 2001 Constantijn Christof Frederik Aschwin prins der Nederlanden, prins van Oranje-Nassau, jonkheer van Amsberg, geb. Utrecht 11 okt. 1969, zn. van Claus George Willem Otto Frederik Geert prins der Nederlanden 1966-2002, jonkheer van Amsberg, en Beatrix Wilhelmina Armgard koningin der Nederlanden, prinses van Oranje-Nassau, prinses van Lippe-Biesterfeld. Uit dit huwelijk drie kinderen.

 Door: Roel de Neve

Kwartieren Boermeester – Een overzicht van de Indische voorouders en familie van Françoise Pauline Marie Boermeester.

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Oproep Gens Nostra 2015

0
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Algemene Oproep voor het insturen van bijdragen voor Gens Nostra 2015

De voorraad aan artikelen voor Gens Nostra vermindert en daarom doet de redactie een algemene oproep aan haar lezers en derden om de resultaten van hun genealogisch onderzoek op papier te zetten en in te sturen. Gens Nostra graag familiegeschiedenissen en biografieën over voorouders ingebed in de betreffende historische periode. Maar ook korte beschouwende verhalen over de mogelijkheden van digitaal onderzoek, bijzondere vondsten, bepaalde historisch-genealogische vraagstukken en opvallende onderlinge relaties en contacten van de personen zijn van harte welkom.

Oproep van de Gens Nostra redactie:

Stuurt u ons bijdragen waarin gereflecteerd wordt op:

  • Hoe dode punten in het onderzoek zijn overwonnen, bijvoorbeeld door gevonden akten over goederenbezit en heraldiek, of door de verwevenheid van personen met de dorps-, stads- en streekgeschiedenis of met een zelfde plaats en land van herkomst.
  • Veel van onze voorouders zijn in de afgelopen eeuwen als immigrant naar Nederland gekomen. We kijken daarom uit naar vooroudergeschiedenissen waarin de immigratie naar Nederland een rol heeft gespeeld. Hierbij valt te denken aan landen van herkomst, zoals Vlaanderen, Duitsland, Nederlands Oost- en West-Indië (Suriname, Antillen), maar ook aan religieuze groepen van immigranten, zoals Mennonieten, Joden en Hugenoten.
  • Tot slot willen wijzen we op het fenomeen van het uitoefenen van een zelfde beroep in één familie gedurende een aantal opvolgende generaties. Kortom stuurt u ons bijdragen waarin een bepaald beroep de leidraad van de familiegeschiedenis vormt.

Mochten we een aantal bijdragen ontvangen met een zelfde kenmerk, bijvoorbeeld immigratie uit een zelfde land, dan zullen wij trachten hiermee een speciale uitgave samen te stellen.

Raadpleegt u vóór het schrijven en insturen van uw bijdrage eerst de Richtlijnen voor publicatie in Gens Nostra. Inzenden kan gedurende het hele jaar aan de redactie van Gens Nostra, postbus 26, 1380 AA Weesp, of via GNredactie@ngv.nl. Na ontvangst van uw bijdragen krijgt u binnen drie weken een bevestiging van de ontvangst en binnen ongeveer drie maanden de eerste informatie over eventuele plaatsing.

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Poortenaar-Westermann

0
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Ongetrouwde nieuwkomers uit Nederland die zich blijvend in de Oost vestigden en daar in het huwelijk traden, vonden doorgaans een in Indië geboren vrouw van gemengde afkomst. Zo ook Jacobus Poortenaar, een Amsterdammer, geboren op 17 juli 1873 als zoon van Lucas Poortenaar en Elisabeth van Gelder. In de in Nederlandsch-Indië verschijnende kranten komen we hem voor het eerst tegen in 1896. Blijkens De Locomotief van 21 april van dat jaar werd hij met ingang van 16 april uit Hr. Ms. zeedienst ontslagen. Hij was op dat moment stuurmansleerling aan boord van het wachtschip “Gedeh” en werd in dezelfde kwaliteit geplaatst bij de Koninklijke Paketvaartmaatschappij.

Hr. Ms. wachtschip Gedeh

Hr. Ms. wachtschip “Gedeh”

Eerder dat jaar – in januari – was hij te Batavia geslaagd voor het examen derde stuurman grote stoomvaart volgens programma A (De Locomotief van 16 jan. 1896). Zijn diploma eerste stuurman behaalde hij in september 1901. Intussen was hij te Meester Cornelis op 30 november 1898 getrouwd met Hendrika Johanna Carolina Ludovica Westermann. De bruid werd op 8 november 1871 geboren uit de inlandse vrouw Marie en te Batavia in 1876 met voornamen Carolina Ludovica erkend door Carl Ludwig Westermann. Zij was toen zij trouwde dus 27 jaar oud, en trad voor Indische begrippen dus rijkelijk laat in het huwelijk. Haar vader had als klerk op het residentiekantoor te Poerwakarta (Krawang) een bescheiden betrekking. In 1873 kreeg hij eervol ontslag uit ’s‑lands dienst (Java-Bode van 29 maart 1873).

Poortenaar-Westermann

Sinds 1896 (De Locomotief van 17 okt. 1896) werkte Jacobus als tweede stuurman en vanaf 9 maart 1898 als eerste stuurman bij de Opiumregie. Die dienst beschikte over enkele stoomschepen en andere vaartuigen waarmee de sluikhandel in opium op zee werd bestreden. Daarna kunnen we zijn loopbaan aan de hand van de regeringsalmanakken goed volgen. In 1904 stapte hij over naar het loodswezen en werd waarnemend loods 1e klasse te Makasser. Zijn definitieve benoeming volgde in 1907. Met ingang van 3 juni 1912 mocht hij wegens langdurige dienst een jaar met verlof naar Nederland (Het Nieuws van den Dag voor Nederlandsch-Indië van 10 mei 1912). Na terugkeer was hij waarnemend loods te Soerabaja (benoemd 2 juni 1913), idem te Samboe (Riouw), tevens onderhavenmeester aldaar (7 maart 1914), loods 1e klasse, tevens onderhavenmeester aldaar (28 juli 1916), met verlof (28 nov. 1916) en tijdelijk ambtenaar ter beschikking van het baggerwezen (31 juli 1917), waar hij onder meer dienst deed als gezagvoerder. Na in 1924 op non-activiteit (wachtgeld) te zijn gesteld, werd hij in 1925 gepensioneerd (in het adresboek van Nederlandsch-Indië voor 1926 vermeld als gepensioneerd ambtenaar bij de havenw[erken], wonende te Batavia-Weltevreden). In datzelfde jaar scheidden hij en zijn vrouw van tafel en bed.

Het paar had vier kinderen, Christiaan Carl Jacobus (Batavia 26 febr. 1900), Gesina Maria Ludovica (Batavia 29 juni 1901), Johannes Frederik (Meester Cornelis 28 juni 1903) en Elize Eleonora Mary (Makasser 2 mei 1905). De oudste zoon trad in de voetsporen van zijn vader. Hij werd eveneens stuurman en ging bij het loodswezen werken.

Jacobus repatrieerde na de oorlog en overleed te Apeldoorn op 2 jan. 1958. De moeder van zijn kinderen bleef in Nederlandsch-Indië en overleed te Djakarta in of na 1950.

Foto echtpaar: Ed Boutmy de Katzmann | Tekst en foto schip: Roel de Neve

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Vind je het leuk als in deze rubriek ook een foto uit jouw familiealbum gepubliceerd wordt? Stuur deze dan naar de redactie (redactie@igv.nl). Daarbij graag vermelden wie er op de foto staan en, indien bekend, waar en wanneer de foto genomen is en ter gelegenheid waarvan.

Odilia Amelia van Hall

2
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

‘Trouwen met de handschoen’ of juridisch geformuleerd, trouwen bij volmacht, is voor mensen die een band met Nederlandsch-Indië hebben geen onbekend fenomeen. Velen van hen kennen wel een naast of ver familielid dat op die manier een huwelijk sloot. Van zo’n huwelijk was sprake wanneer een van de partners door omstandigheden niet aanwezig kon zijn en zich liet vertegenwoordigen door een gevolmachtigde.

Hoewel dit vaak wordt beweerd, kwamen dergelijke echtverbintenissen niet alleen onder militairen voor. Zo trouwde Izaäk Rutte, de vader van minister-president Mark Rutte, te Den Haag op 15 augustus! 1946 – exact een jaar na de Japanse capitulatie – bij volmacht met Hermina Cornelia Dilling. Izaäk Rutte was op dat moment in Nederlandsch-Indië als directeur werkzaam voor de handelsfirma Jacobson Van den Berg & Co. De bruid was een jongere zuster van zijn eerste vrouw, die in een Jappenkamp was overleden. Uit dit tweede huwelijk van Rutte sr. werd in 1967 onze premier geboren.

Net als Ruttes moeder deden vele Hollandse vrouwen als ‘handschoentje’ hun intrede in de Indische wereld. Het werd natuurlijk een regelrecht drama als bij aankomst in Batavia bleek dat hun echtgenoot inmiddels overleden was. Het enige dat de bruid van haar huwelijksdag dan restte, was de foto waarop de bruidegom was afgebeeld staande naast een foto van haarzelf. In Nederland gebeurde het omgekeerde: de bruid ging op de foto met een foto van de bruidegom.

Odilia Amelia van Hall, de bruid op onderstaande foto, kon haar bruidegom gelukkig wel in de armen sluiten. Zij was te Middelburg op 28 september 1868 geboren als dochter van Dr. Herman van Hall en Jkvr. Anna Maria Catharina Rengers Hora Siccama. Haar vader was onder meer conservator van het rijksherbarium te Leiden en HBS-leraar voordat hij boomkweker in Paterswolde werd. Zij trouwde met de handschoen in Apeldoorn op 20 februari 1893 met Johan Bernard In’t Veld, zoon van Alexander Felix In’tveld en Maria Warmolts. De bruidegom was als tweede luitenant der genie gelegerd in Willem I op Midden-Java en sloot zijn militaire loopbaan af als majoor.

Odilia Amelia van Hall

Bezoekers van deze site die in het bezit zijn van een foto als hierboven afgebeeld, zijn hierbij van harte uitgenodigd deze naar de redactie te sturen. Graag ook vermelden om wie het gaat. Het lijkt de redactie leuk de ontvangen foto’s in een bericht op te nemen, zodat er als het ware een pagina ontstaat uit een digitaal familiealbum. Voor de goede orde: het gaat om foto’s die dateren van voor 1920-1925.

Foto: Adriaan In ’t Veld | Tekst: Roel de Neve

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Vind je het leuk als in deze rubriek ook een foto uit jouw familiealbum gepubliceerd wordt? Stuur deze dan naar de redactie (redactie@igv.nl). Daarbij graag vermelden wie er op de foto staan en, indien bekend, waar en wanneer de foto genomen is en ter gelegenheid waarvan.

Bijzonder fotoproject: Minum Teh

0
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Fotograaf en filmer Armando Ello is de oprichter van de website Hoezo Indo waarop hij Indisch erfgoed in de vorm van nieuwe projecten verzamelt. Het doel van de website is om jonge generatie Indo’s bewust te maken van hun roots en iets te doen met hun familieverhalen. Daarin speelt de oudere generatie ook een belangrijke rol. Armando speelt hierop in met zijn Indo familiefoto project: ‘Minum Teh’. Het begon allemaal met een Facebookbericht:

Schermafbeelding 2015-02-14 om 19.51.35

De vereeuwiging van familiefoto’s zal volgens Armando nog generaties doorspelen, en juist daarom is het van belang om de eerste generatie vast te leggen nu het nog kan.

Het project is geïnspireerd op een fotoverhaal van Pamela Pattynama uit het boek ‘Bitterzoet Indië‘, waarin de eeuwenoude traditie van thee drinken in Nederlands-Indië te zien is. Hoewel thee drinken in de koloniale tijd iets was voor de rijke belanda’s, is in het boek ook een foto te zien van een Indisch gezin aan de thee. Op deze foto wordt gelachen en gesnoept van Indische hapjes. Een typisch Indisch tafereel en een sfeer welke Armando graag vast wil leggen met Indische famillies van nu.

De familie Trouerbach zette Armando al op de foto:

Trouerbach nu

Fam. Trouerbach door Armando Ello

Trouerbach toen

Archief fam. Trouerbach

Meer informatie over en MEEDOEN aan het familiefoto project ‘Minum Teh’ is te vinden op de website van Hoezo Indo.

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Boek: Daar werd wat gruwelijks verricht

0
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Bron: Athenaeum

‘2 Januari 1668: Francisco van Bengale, slaaf van onderkoopman Jan Grootstadt, verhangt zich.’ Deze Francisco was een van de velen die de dood verkozen boven een ondraaglijk slavenbestaan in Nederlands Oost-Indië.

Van de beginjaren van de VOC tot aan het einde van de kolonie volgt Baay het spoor van de mensenhandel in de Nederlandse koloniën in de Oost. De koloniale slavernij nam er vele vormen aan: er waren huisslaven, kindslaven, seksslaven, ambachtsslaven, maar ook slaven op de plantages en perken. Slaven werden vernederd, gefolterd en vermoord. Honderdduizenden personen zijn in de Oost tot slaaf gemaakt.

Reggie Baay schrijft de geschiedenis van de slavernij in Indië. Want het is een misverstand te denken dat de slavernij in de koloniën zich beperkte tot de West. En hoe komt het dat ons beeld van de mensenhandel zo vertekend is, alsof er geen echte slavernij bestond? Daar werd wat gruwelijks verricht is, hoe ongelofelijk dat ook lijkt, het eerste boek waarin de geschiedenis van de slavernij in ‘ons Indië’ in zijn geheel verteld wordt.

DWWGV

  • Auteur: Reggie Baay
  • Uitgeverij: Athenaeum
  • Prijs: 19,99
  • ISBN: 978 90 253 0470 6
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Personeel Fa. Jacobson Van den Berg & Co.

7
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

De fa. Jacobson Van den Berg & Co. behoorde samen met de handelsondernemingen Internatio, Lindeteves, Borsumij en J. en Geo. Wehry tot de grotere handelshuizen in Nederlandsch-Indië. Jacoberg zoals de firma kortweg heette, werd opgericht door Edward Jacobson (Rotterdam 1841-Kreuzlingen (Thurgau) 1881) en Henri van den Berg (Rotterdam 1843-Nice 1899). In Nederlandsch-Indië waren er kantoren te Batavia, Cheribon, Semarang en Soerabaja. Het hoofdkantoor was gevestigd in Rotterdam. In de Exporter’s Directory of the Netherlands East Indies 1919 staat vermeld in welke koloniale produkten de firma allemaal handelde. Het assortiment is echter zo uitgebreid, dat men zich eerder zou moeten afvragen waarin zij niet handelde.

Op de foto zien we personeel van Jacoberg. De foto is genomen op 18 juli 1938. De redactie weet niet om welke vestiging het gaat en wie er allemaal op de foto staan. Wie iemand herkent, wordt vriendelijk verzocht dit op deze site te melden, waarvoor natuurlijk bij voorbaat dank.

Personeel fa. Jacobson van den Berg & Co. (Jacoberg) 18 juli 1938Personeel fa. Jacobson van den Berg & Co. (Jacoberg) 18 juli 1938, vestiging onbekend

Klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Door: Roel de Neve

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN! <

Recent Nieuws