Nu beschikbaar: IGV Publicaties en Bronnen USB sticks
De Indische Genealogische Vereniging heeft dit jaar hard gewerkt aan het verzamelen en verwerken van IGV publicaties en Indisch bronmateriaal.
Dit heeft geleid tot twee USB sticks: IGV Publicaties en IGV Bronnen. Beide USB sticks zijn apart of tezamen te koop in de IGV webshop. Deze twee dragers van Indisch bronmateriaal vormen een onmisbare aanvulling voor het onderzoek naar je Indische familie en bevatten samen 34 GB aan informatie en 190.000 doorzoekbare pagina’s.
De IGV Publicaties USB stick is een vernieuwing van de uitverkochte IGV-DVD en bevat o.a. alle IGV publicaties uitgegeven t/m het jaar 2014. De nieuwere uitgaven dienen nog apart in de webshop te worden gekocht. Net als de oude IGV DVD bevat de USB stick ook een index (handleiding) die het zoeken op trefwoorden mogelijk maakt. Daarnaast maakt de USB stick ook gebruik van bladwijzers die het gebruikersgemak nog meer vergroten.
De IGV Bronnen USB stick bevat veel informatie waaronder Indische Almanakken en Adresboeken die ooit op een DVD uitgegeven werden, maar tegenwoordig niet meer verkrijgbaar zijn. Daarnaast bevat de Bronnen stick een enorme hoeveelheid aan extra gegevens. Net als de IGV Publicaties stick, maakt ook deze USB stick gebruik van bladwijzers. Op deze USB stick is geen index aanwezig vanwege de grote hoeveelheid pdf’s, maar kan met behulp van Adobe (gratis) toch in één keer worden doorzocht op trefwoord. Klik hier voor een handleiding hoe dit te doen.
De inhoud van beide USB sticks kan worden gevonden in de productomschrijving van de USB sticks in de webshop.
Met grote dank aan IGV-lid Dennis van der Jagt voor zijn enorme inzet om al dit bronmateriaal voor iedereen toegankelijk te maken.
E. du Perron is een toonaangevend criticus, dichter en prozaïst die zeer geprivilegieerd in Indië opgroeit en later lange tijd in Brussel en Parijs heeft gewoond. Zijn belangrijkste werk is Het land van herkomst. In De Indische Navorscher van 2015 verscheen van Roel de Neve het artikel De Indische familie Du Perron. Haar afstamming en genealogie.
Uitnodiging Najaarsbijeenkomst op zaterdag 19 en zondag 20 oktober 2019: Excursie naar Brussel
Tussen 1921 en 1931 heeft E. du Perron op vele adressen in Brussel gewoond. Tevens was het de stad waar hij veel vrienden maakte, zowel Frans- als Nederlandstaligen, auteurs en beeldend kunstenaars.
Op zaterdagmiddag heeft het E. du Perron Genootschap lezingen gepland en op de zondag wil het Genootschap gezamenlijk een wandeling maken door Elsene. Niet-leden van het E. du Perron Genootschap zijn van harte welkom.
Programma
Zaterdag 19 oktober
14.00 uur – Ontvangst in het Herman Teirlinckhuis, Uwenberg 14 in Beersel
14.30 uur – Lezing Kees Snoek over Het land van herkomst en Du Perrons debat over identiteit met Malraux.
15.15 uur Pauze
15.45 uur Lezing Manu van der Aa over literaire activiteiten rond de Passage Hubert.
16.30 uur Projectie foto’s ter voorbereiding op de wandeling van zondag
17.00 uur Borrel
18.00 uur Diner in Restaurant De 3 Fonteinen in Beersel (voor wie dat wil)
Zondag 20 oktober
12.00 uur Lunch in de Taverne du Passage (voor wie dat wil), adres: Galerie de la Reine 30. Hier verzamelen wij om 13.00 uur voor de wandeling door Elsene, waar Du Perron de meeste sporen heeft achtergelaten.
Men reist op eigen gelegenheid naar Brussel en verblijft, als u dat wilt, in een hotel naar eigen keuze. Introducees zijn van harte welkom bij deze excursie.
Alle kosten voor deze excursie – reis, eventueel verblijf en maaltijden – zijn voor eigen rekening.
Aanmelding graag z.s.m. via info@edpg.nl bij Petra Mars (secretaris van het Genootschap) en vermeldt u er dan bij of u op beide dagen aanwezig bent of alleen op de zaterdag of zondag.
Reisinformatie naar het Herman Teirlinckhuis in Beersel
Trein Het station van Beersel ligt op 5 minuten wandelen van Het Huis van Herman Teirlinck. Komende van Brussel, bereikt u het station van Beersel hetzij rechtstreeks, hetzij via een overstap in het station van Halle.
Bus Het Huis van Herman Teirlinck is bereikbaar met buslijn 154. Deze bus kan je nemen vanuit Halle, Huizingen, Buizingen, Lot, Linkebeek, Drogenbos, Ukkel en Anderlecht.
Auto Door de nabijheid van de Brusselse ring is Beersel vanuit het hele land vlot bereikbaar met de wagen. Beersel centrum bereik je via uitrit 19.
Wanneer en waarom bent u begonnen met het onderzoeken van familiegeschiedenis?
Dat was in 1980. Ik was al sinds mijn jeugd geïnteresseerd in geschiedenis en al bezig met mijn eigen familiegeschiedenis. Toen ik mijn vrouw (Bea David, een dochter van twee Indische ouders) leerde kennen kwam er een heel nieuw hoofdstuk bij: Indonesië. Mijn vrouw en mijn schoonmoeder hadden heel veel verhalen over hun voorouders zowel van Indische komaf als Europese. Uiteraard wilde ik hun familiegeschiedenis ook uitzoeken.
Wat is uw mooiste ontdekking geweest?
De ontdekking van een scheepskist van wijlen mijn schoonvader met hierin de correspondentie tussen hem en mijn schoonmoeder tijdens de tweede wereldoorlog en bersiaptijd, huwelijksakten en doopakten.
Ook het vinden van de Japanse kampkaart van mijn schoonvader in Den Haag (voor het digitale tijdperk) was een mooie ontdekking. Alsmede in het gemeentearchief in Den Haag de foto’s en vertalingen van de Joodse begraafplaats waar voorouders van mijn schoonmoeder begraven liggen.
Waar heeft u zich het afgelopen jaar het meest mee beziggehouden wat betreft Indische genealogie?
Na het verschijnen van mijn boeken heb ik hier en daar nog respons gekregen. Onder andere over de herkomstplaats (Besbriem/Besbrum) van de stamvader. Dit ben ik verder aan het uitzoeken. Ook de nieuwgeborenen over de hele wereld breng ik verder in kaart. Ik hoop eens de herkomst van Paulus David te vinden en zo de familiegeschiedenis verder te vervolmaken.
Wat zijn uw plannen voor de komende tijd?
Momenteel schrijf ik een boek over mijn eigen familiegeschiedenis, dit zal nog de nodige tijd vergen. Daarnaast volg ik alle aanwijzingen die ik krijg betreffende de familie David-Willemsen verder op.
Veel dank voor dit kijkje in het leven van deze Indische onderzoeker. Voor meer informatie over zijn publicaties klik hier.
Namens Luitenant-Kolonel b.d. Jacq. Z. Brijl BL zijn wij op zoek naar nabestaanden van een aantal militairen die zijn omgekomen bij de moorden bij Long Nawang op Borneo. In augustus / september 1942 werden ruim 40 europeese mannen, vrouwen en kinderen, die van Sibu op de vlucht waren voor het naderende Japanse leger, gevangen genomen. Zij werden meegenomen naar Long Nawang (Borneo bij de grens met Brits Borneo, Serawak) . Op 26 augustus 1942 werden daar 41 geïnterneerde Engelse en Nederlandse gevangenen door een groep van het Japanse leger vermoord. De militairen in kwestie zijn:
Sergeant – maj. Jacob Italiaander, geb. 22 dec 1912 te ROTTERDAM
Sergeant – maj. Dirk Coenraad ten Have, geb 4 dec 1916 te PANKALAN BRANDAN
Sergeant- maj. Alex Ferdinand Bolo, geb 31 okt 1903 te BATAVIA
Sergeant Jan Lok, geb.1 feb 1911 te ARNHEM
Sergeant Art. KNIL Willem Frans Huel, geb. 29 mrt 1912 te Velzen
Sergeant Inf. KNIL Markus Andeweg, geb. 17 juni 1919 Goudswaard
Al geruime tijd zet Luitenant-Kolonel b.d. Jacq. Z. Brijl BL (Mojokerto, N.O.I., 1927) zich in om te eren wie ere toekomt. Het doel is om moedige personen te eren die tijdens WOII hun leven voor het vaderland hebben gegeven. Door zijn inzet kunnen nabestaanden vaak alsnog postuum het Mobilisatie Oorlogskruis (MOK) in ontvangst nemen.
De Japanners hadden het afgelegen dorp Long Nawang in de eerste helft van 1942 nog niet bezet. Daarom had zich daar een grote groep militairen en burgers teruggetrokken, voornamelijk Nederlanders, maar ook Britten, Amerikanen en Australiërs.
Nederland had zich al aan Japan overgegeven, maar de groep in Long Nawang weigerde te gehoorzamen aan boodschappen van de Japanners om zich te melden. In de zomer van 1942 besloten de Japanners naar Long Nawang te trekken. In augustus werd het dorp bereikt en de groep gevangen genomen.
De militairen werden kort daarop geëxecuteerd: de officieren werden onthoofd en de lagere militairen doodgeschoten. De vrouwen en kinderen werden enkele weken later op afschuwelijke wijze omgebracht.
Na de oorlog heeft een Nederlandse krijgsraad in Balikpapan twee Japanse officieren voor deze oorlogsmisdaden berecht: overste Tadao Makiuchi werd ter dood veroordeeld en luitenant Assichi Okino kreeg vijftien jaar gevangenisstraf.
De 68 slachtoffers zijn na de oorlog herbegraven en rusten momenteel op het ereveld Kembang Kuning bij Soerabaja (Bron).
’s-Gravenhage, 8 augustus 2019.
Jacq. Z. Brijl, Luitenant- Kolonel bd, BL
Nabestaande opgespoord
Dankzij de oproep van luitenant-kolonel Jacq Z. Brijl in IGV Nieuws van mei 2019 is hij in contact gekomen met een schoondochter van een van de slachtoffers van de gevechten in de Karolanden, maart 1942. Dankzij deze goede contacten was het voor hem mogelijk, om op 8 augusus j.l. een verzoek bij de Ministerie van Defensie in te dienen om aan Jozef Alfons Godding alsnog postuum het Militaire Oorlogskruis (MOK) toe te kennen.
Vanaf donderdag 23 mei barst de Tong Tong Fair weer los op het Malieveld in Den Haag. Samen met het CBG|Centrum voor Familiegeschiedenis organiseert het IGV met Stichting Zieraad een spreekuur rondom presentaties van Indische familiegeschiedenissen in Studio Tong Tong. Bezoekers kunnen bij die spreekuren terecht voor advies bij hun zoektocht naar hun roots.
De spreekuren vinden plaats in de stand van Stichting Tong Tong in de Entree, als je binnenkomt aan de linkerkant. De stand ligt tegenover Studio Tong Tong.
Zondag 26 mei • 18.30-19.30 IGV + Stichting Zieraad-spreekuur • 19.30-20.15 GenTalks door o Diederik Kelder o Renée A. Lok-Wortman o Tjabring van Egten • 20.15-21.15 CBG-spreekuur
Donderdag 30 mei • 14.00-15.00 IGV-spreekuur • 15.00 – 15.45 Het verhaal van Louise Rahardjo (Chinees-Indonesische Roots) • 15.45-16.45 CBG-spreekuur
Vrijdag 31 mei • 14.00-15.00 IGV + Stichting Zieraad-spreekuur • 15.00 – 15.45 uur GenTalks door o Carel de Graaf o Quinten de Visch Eijbergen o Eric Visser • 15.45-16.45 CBG-spreekuur
Namens Luitenant-Kolonel b.d. Jacq. Z. Brijl BL zijn wij op zoek naar nabestaanden van een aantal militairen die zijn omgekomen bij de de gevechten in maart 1942 rond de brug over de Asahan rivier bij Porsea en de laatste gevechten nabij Kota Buloh Benteng en Lau Goenoeng.
De militairen in kwestie zijn:
Van de Puttelaar, Herman Bernhard, Medan, 26-03-1922, Mlt. Sgt Inf. KNIL
Godding, Jozef Alphons, Pontianak, 24-02-1913, Mlt. Sld Inf. KNIL
Nigg, Frederik Willem, Medan, 22-07-1918, Mlt. Sld Inf. KNIL
Al geruime tijd zet Luitenant-Kolonel b.d. Jacq. Z. Brijl BL (Mojokerto, N.O.I., 1927) zich in om te eren wie ere toekomt. Het doel is om moedige personen te eren die tijdens WOII hun leven voor het vaderland hebben gegeven. Door zijn inzet kunnen nabestaanden vaak alsnog postuum het Mobilisatie Oorlogskruis (MOK) in ontvangst nemen.
Kort verslag van de gevechten in maart 1942 rond de brug over de Asahan rivier bij PORSEA en de laatste gevechten nabij KOTA BULOH BENTENG en LAU GOENOENG.
Op 12 mrt.1942 kreeg res. 1ste Lnt. Inf. KNIL. D.H. Been opdracht om vanuit het vliegveld TIGA BULOU met 2 brigades inf. en een sectie met Fiat mitrailleurs, alsmede 2 P.O.A’n (Pantser Overvalwagens) met 2 Colt. Mitrs + bediening, zich met spoed naar PORSEA (nabij het Toba Meer) te begeven, teneinde aldaar verdedigende stellingen in te nemen rond de brug over de Asahanrivier bij PORSEA.
Mlt. Sgt. Inf. KNIL. PIETER STAPENSÉA was Commandant van één van deze POA’s. Opzet daarbij was, om rond Porsea te proberen de snelle Japanse opmars te vertragen, zodat zij niet snel naar de Westkust van Sumatra, zouden kunnen doorstoten. De C. van de Ned. troepen in dat deel van Sumatra, Generaal-majoorOVERAKKER, hoopte daarmede tijd te kunnen winnen, zodat eventuele nieuwe Geallieerde versterkingen alsnog gebruik zouden kunnen maken van o.a. de haven van Padang.
Nadat het sterke Japanse invasieleger op 11 mrt. 1942 bij Tandjong Tiram was geland, had zij kans gezien om snel verder op te rukken , onder meer richting TOBA MEER. Als de militairen vanLuitenant Been zich in hun verdedigende stellingen op 13 maart 1942 bevinden, ontstaat er een hevig vuurgevecht met de Japanse vijand, die uiteindelijk kans zag om de brug over de Asahan rivier te bezetten, waarna onze KNIL. militairen gedwongen waren om zich terug te trekken voor de overmachtige Japanse strijdkrachten. Tijdens deze gevechten bevond o.a. Sgt. STAPENSÉA met zijn POA vlak bij de brug en heeft toen vrijwel direct aan de gevechten deelgenomen.
De KNIL. militairen van res. 1ste Lnt. BEEN moesten vervolgens in z.g. “vetragende gevechten” met het Japanse leger, zich in noordelijke richting (Atjeh), terugtrekken.
Bij deze laatste hevige gevechten van het KNIL. rond Kota Bulog Benteng, sneuvelde op 24 mrt. 1942,de moedigemilitie Sgt. Herman Bernard v.d. PUTTELAAR en bij het meer naar het oosten gelegen LAU GOENOENG, de mlt. sldn. Jozef Alphons GODDING en mlt. sld. Frederik Willem NIGG. Na WOII werd zij begraven op het Ned. Ereveld “LEUWIGAJAH” te Tjimahi, West-Java.
’s-Gravenhage, 10 okt. 2018. Jacq. Z. Brijl, Luitenant- Kolonel bd, BL
Een vaste rubriek waar we een door de wol geverfde Indische Onderzoeker aan het woord laten. Adriaan Intveld is al behoorlijk lang lid van de IGV, schrijft regelmatig artikelen voor de Indische Navorscher en heeft de vereniging gediend als penningmeester.
Adriaan, wanneer ben je begonnen met het onderzoeken van je Indische geschiedenis? Het is al een tijd geleden dat ik me ben beginnen te interesseren in mijn Indische familiegeschiedenis, dat moet begin jaren ’80 zijn geweest. Ik herinner me het nog goed: ik kwam uit school en er lag een dikke envelop op tafel, afkomstige van een zekere mevrouw Wethmar-Haverkorn van Rijsewijk. Ik kende haar niet, maar zij bleek af te stammen van een zuster van mijn overgrootvader. Zij had er haar levenswerk van gemaakt om alles wat te maken had met de familie Intveld uit te zoeken. Ik kwam er via haar dus achter dat stamvader Theunis In’tveld nog ten tijde van de VOC naar Oost-Indië was getrokken. Hij was aangemonsterd als ondertimmerman en kwam in 1790 in Padang aan, waar hij een (zeer kroosrijk) gezin stichtte. Hij wist na de ondergang van de VOC een succesvolle carrière op te bouwen als ambtenaar en bestuurder en behoorde bij zijn overlijden (op bijna 79 jarige leeftijd, destijds ongekend, zeker in de tropen) tot de meest invloedrijke personen van Padang. Vandaar dat hij het zich ook kon veroorloven om zich te laten portretteren (foto).
Voor mij was die handschrift genealogie van mevrouw Wethmar-Haverkorn van Rijsewijk natuurlijk fantastisch om te lezen omdat ik toen nog niet zo veel over de Intvelds wist: mijn vader Teunis Barthelomy Intveld (1930-1965) was al een paar maanden na mijn geboorte overleden dus aan hem heb ik nooit iets kunnen vragen. Met de rest van de familie hadden we destijds niet zo veel contact.
Wat triggerde je destijds? Op welke vragen wilde je een antwoord vinden?
Omdat er al zoveel was uitgezocht had ik lange tijd eigenlijk geen behoefte om een en ander nog verder uit te zoeken, totdat ik in de zomer van 2002 het ereveld Menteng Pulo in Jakarta bezocht. De as van mijn opa Adriaan Intveld (1897-1943) staat daar bijgezet in het columbarium, hij overleed als krijgsgevangene in Japan. Die gegevens waren natuurlijk allemaal bekend, maar op Menteng Pulo ontdekte ik het destijds mij onbekende gedenkboek van de oorlogsslachtoffers die geen graf hebben. Daar vond ik de namen van een aantal mij onbekende Indische Intvelds. Toen heb ik besloten om bij thuiskomst alles verder uit te gaan zoeken en ben ik ook lid geworden van de IGV.
Door een slopende ziekte kon mevrouw Wethmar-Haverkorn van Rijsewijk trouwens ook niet meer aan de genealogie werken. Ik heb haar werk toen eigenlijk voortgezet. Kort na haar dood is de genealogie van de Indische familie Intveld gepubliceerd in De Indische Navorscher (2004, nr. 3). En daarna ben ik gewoon doorgegaan met mijn speurwerk, ook omdat er steeds weer nieuwe bronnen opdoken.
Dat dat verder uitzoeken soms verstrekkende en onvoorziene gevolgen had was het geval bij Francina Magdalena In’tveld (1845-1883). Als vrouw van een KNIL-officier was ze overleden te Oleh-Leh, de haven van Kotta Radja, Atjeh. Ik vroeg me af of haar graf nog zou bestaan op de Europese begraafplaats aldaar, Peutjoet. Er was me al wel duidelijk geworden dat er nooit in genealogische zin iets over deze zeer grote begraafplaats was gepubliceerd. En wat was er nog over na de rampzalige tsoenami van 26 december 2004? Om die reden zocht ik rond 2006 contact met de Stichting Peutjut-Fonds. Bij toeval bleek dat een van hun plaatselijke medewerkers net een lijst hadden gemaakt van alle graven die nog over waren. Naarstig zocht ik naar iets over Francina Magdalena In’tveld, maar vond helaas niets…. Toch werd het me duidelijk dat er iets moest gebeuren met deze grote hoeveelheid aan gegevens. In overleg met het bestuur van de Stichting Peutjut-Fonds en DirkJan Rozema, de toenmalige voorzitter van de IGV, is er een toen een werkgroep geformeerd (waarvan ik het enige lid was) die zou zorg dragen voor een genealogische publicatie. Dat heeft uiteindelijk geleid tot een boekwerk van meer dan 425 pagina’s, getiteld Gevallen op het veld van eer. Al met al een dus danig uit de hand gelopen onderzoek!
Wat is je mooiste ontdekking geweest?
Een welhaast mythische figuur binnen de familie Intveld was Eugene Alphonse In’tveld (1860-1924). Hij behoorde tot de tak van de familie die altijd in Padang is blijven wonen en was machinist (en later baas) op de stoombaggermolen. Hij had naar schatting dertien kinderen, deels geboren uit twee wettige huwelijken, deels onwettig verwekt bij twee Niasse vrouwen. Over zijn nageslacht was lange tijd niet al te veel bekend.
Toch heb ik nadien nog aardig wat kunnen reconstrueren en dit dankzij James Intveld, een Amerikaanse rockabilly muzikant. In de jaren ’90 was ik hem al eens tegen gekomen tijdens het surfen op internet. Ik vermoedde eerst dat hij behoorde tot de niet-Indische tak van de familie In ’t Veld die in de 19e eeuw rechtstreeks vanuit Nederland naar Amerika was geëmigreerd. Totdat ik zag dat hij had opgetreden op een evenement van Amerindo’s in Californië. Zou het dan toch…? Via zijn management ben ik uiteindelijk met hem in contact gekomen en wat al snel bleek: zijn vader was in geboren in Padang! Dat kon haast geen toeval zijn en dat was het ook niet.
Zijn vader en moeder hadden elkaar in 1956 aan boord van de m.s. Sibajak leren kennen toen zij vanuit Indonesië naar Nederland repatrieerden. James was geboren in Venlo maar al in 1961 emigreerde hij met zijn familie naar Amerika.
Ik heb James meerdere malen in Nederland ontmoet wanneer hij hier een optreden had. Ook ben ik een keer in de gelegenheid geweest om hem in Amerika op te zoeken toen ik voor mijn werk naar Tennessee moest. Hij bleek gelukkig ook interesse in familiegeschiedenis te hebben en van hem ik vele foto’s en gegevens ontvangen. Uiteindelijk bleek dan ook dat Eugene Alphonse zijn overgrootvader was.
Waar heb je je het afgelopen jaar het meest mee beziggehouden?
Ik ben al een paar jaar bezig met het project ‘Vrouwelijke Indische Intvelds’. In de genealogie van de familie Intveld kwamen de kinderen van de dochters niet aan bod. Zij dragen immers de familienaam van de betreffende echtgenoot. Toch is dit jammer want deze kinderen maakten vaak deel uit van de grotere Intveld ‘clan’ en zijn daarom evenzeer een onderdeel van de geschiedenis van deze familie. Ook kwam het meer dan eens voor dat deze kinderen (of hun kinderen) trouwden met andere kinderen die tot dit familienetwerk behoorden. Dus om die reden ben ik dat gaan uitzoeken. Tot nu toe heb ik zeven artikelen gepubliceerd op Asal Oesoel, later De Indische Navorscher Online[i]. Nummer VIII is bijna af, daarna zijn er nog zo’n twintig afleveringen te gaan, dus ik kan nog even vooruit…
Ook heb ik de afgelopen jaren een viertal heraldisch-genealogische artikelen geschreven met betrekking tot de in Nederlands-Indie geboren marine mensen naar wie na Tweede Wereldoorlog ondiepwater-mijnenvegers zijn vernoemd.[ii]
Wat zijn je plannen voor de komende tijd?
De IGV beschikt over een uitgebreide verzameling van kopieën van passagierslijsten betreffende de repatriëring. Hiervan zijn door IGV-lid Evert van der Ploeg zeer uitgebreide digitale indexen op familienaam gemaakt. Samen met Evert ben ik bezig om deze lijsten digitaal te publiceren ten behoeve van de leden van de IGV.
Verder ben ik bezig met een genealogisch artikel over oorlogsslachtoffers bij de Zustermaatschappijen.[iii]
Tenslotte broed ik nog op een artikel over uit de Zuidelijke Nederlanden afkomstige militairen die in de periode 1820-1839 tot Ridder Militaire Willems-Orde werden benoemd vanwege krijgsverrichtingen in Oost-Indië.