Home Blog Pagina 38

Indische families met von in hun naam

12

In De Indische Navorscher is tot nu toe de genealogie van een groot aantal Indische families gepubliceerd met het voorzetsel (predicaat) von in hun naam. Hieronder volgt een overzicht:

  • Baermaijer von Barienkhofen (2004)
  • von Balluseck (1997)
  • von Gabain (2006)
  • von Haerdtl (2008, onderdeel van een groter artikel)
  • von Hombracht (2004)
  • Holzschuher von Harrlach (1999)
  • von Liebeherr (2006)
  • von Liebenstein (2009)
  • von Lützow (2008)
  • von Mauntz (2008)
  • von Michalofski (1994)
  • von Ochssee (1992)
  • von der Oelsnitz (1990)
  • von Oerthel (2009)
  • von Jaroschka Pohl (2013)
  • von Schauroth (2010)
  • von Seydlitz-Kurzbach (2009)
  • von Stracka (1989 met aanvullingen 1993)
  • Hedrich von Wiederhold (2005)
  • von Winckelmann (2013)

Buiten DIN om werden de genealogieën gepubliceerd van onder meer de families:

  • Von Mauw (in Asal Oesoel 1 t/m 4, hier te downloaden);
  • Van (oorspronkelijk von) Stralendorff (in Jaarboek van het Centraal Bureau voor Genealogie en het Iconographisch Bureau, 1980);
  • Werdmüller von Elgg (Genealogie Werdmüller von Elgg, zp., z.j.; Die Werdmüller. Het vervolg, Leiden 1999);
  • Von Wolzogen (in: De Nederlandsche Leeuw, 2011).

Daarnaast werden Indische takken van Duitse adelsgeslachten via inlijving opgenomen in de Nederlandse adel. Hun genealogieën zijn dus te vinden in het ‘rode boekje’ (Von Balluseck, Von dem Borne, Von Ranzow, Von Schmidt auf Altenstadt, Von Winning).

Indische families met von in hun naam kwamen overigens niet per se alleen uit Duitsland of Oostenrijk (maar bijvoorbeeld ook uit Denemarken: Von Bornemann, Von Schimmelmann) en zijn niet per se van adel. Stammen zij wel af van een adellijke voorvader, dan vererfde diens (buitenlandse) adeldom alleen op de wettige afstammelingen in mannelijke lijn. In veel indische families was er echter sprake van het ongehuwd samenleven van Europese mannen en inheemse vrouwen en de adoptie (tot 1848) of erkenning (vanaf 1828) van de uit die relaties gesproten kinderen. Die geadopteerde, dan wel erkende kinderen droegen de familienaam van hun adoptiefvader of erkenner, maar konden door hun onwettige geboorte echter geen aanspraak maken op diens adeldom. Deze situatie treffen we bijvoorbeeld aan bij families als Von Grumbkow, Von Liebenstein en Von Lützow.

Families van wie de genealogie nog op publicatie wacht, zijn bijvoorbeeld Von Banniseht, Von Ende, Von Franquemont, David von Franquemont, Von Grumbkow, Von Hugo, Von Kriegenbergh, Von Ostheim Winter, Von Schukkmann, Segond von Banchet en Von Stietz. Een ieder die aan het publiceren van de genealogieën van deze families wil bijdragen, kan contact opnemen met de redactie van de IGV (redactie@igv.nl).

Hierna volgen de genealogieën van de families Von Bornemann en Hettfleisch von Ehrenhelm.

Genealogie Von Bornemann

  1. Cosmus von Bornemann, geb. Bjergbygaard (See­land, Denemarken) 2 aug. 1809 (zn. van Cosmus von Bornemann, heer van Bjergbyegaard, en Christiane Louise Callesen), tweede luitenant in Deense dienst 1827, Kammerjunker 1829-1830, op de inwonerslijst van Pekalongan (1844-1851), koffiecontractant, huur­der van het land Maron in het regentschap Batang (Pekalongan) (1843, 1846, 1847, 1849), op de inwo­nerslijst van Cheribon (1852) en Semarang (1855-1865), agent van de Javase Bank te Semarang, tevens boekhouder en kassier van het agentschap ald. (1855-1864), bestuurslid en thesaurier van het protestants wees- en armhuis te Semarang (1855) -1864, een der ondertekenaars van het adres van 10 sept. 1862 aan de gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië, waarin blijdschap wordt uitgesproken over het verlenen van een concessie voor de aanleg van een spoorweg van Semarang naar Soerakarta en Djokjakarta, wegens vertrek naar Europa vendutie te zijnen huize aan de Bodjongse weg te Semarang dec. 1864, kwam a/b van het schip “Constantia” (kapt. Overgaauw) met vrouw, vijf kinderen en twee Javaanse bedienden te Brouwershaven aan mei 1865, tot Nederlander genaturaliseerd bij Wet van 18 dec. 1855, Stb. 145, overl. Kopenhagen 25 febr. 1880, tr. Semarang 14 nov. 1843 Henderina Marieke (Maria) Schiff, geb. Weesp 18 juni 1821, overl. Helsingborg 14 jan. 1903, dr. van …..

Uit dit huwelijk:

Genealogie Bornemann

Genealogie Hettfleisch von Ehrenhelm

  1. Ferdinand Joseph Guillaume Hettfleisch von Ehrenhelm, geb. ….., élève in de pharmacie -1844, militair apotheker 3e klasse 13 nov. 1844 en 2e klasse 15 april 1848, overl. Padang (Sumatra’s Westkust) 23 dec. 1852, tr. Padang 14 juni 1849 Adriana Alexandrina Bernhardt, geb. ….., overl. Batavia 12 juni 1908, dr. van verm. Andries Bernhardt.

Uit dit huwelijk:

Genealogie Hettfleisch von Ehrenhelm

Door: Roel de Neve

Zoektocht naar een Indisch verleden

6
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

Ik was nog maar een kind en stel mij zo voor dat ik met grote ogen en een open mondje naar de zwart-wit foto in de handen van mijn opa keek. Op de foto zag ik een slanke Indische man in uniform met een dunne snor die aan de uiteinden omhoog krulde en een gesloten blik in de ogen met een zweem van iets, wat ik tot op de dag van vandaag niet zou kunnen omschrijven.

De man op de foto was mijn overgrootvader en het was, met de woorden van opa: ‘Een heel slechte man!’ Waarom dan? ‘Hij heeft veel mensen gedood.’ En waar was die slechte man nu dan? ‘Dood.’ Oh… Hoe dan? ‘Verdronken. Hij zat op een boot die zonk.’ In mijn kinderhoofd zag ik een beeld van een omgeslagen houten bootje op een rivier en mijn overgrootvader die – kennelijk – niet kon zwemmen en naar de bodem zonk.

Geen flauw benul had ik van Nederlands-Indië, het KNIL, oorlog en al helemaal niet van het zinken van de Junyo Maru in 1944. De foto werd opgeborgen en is inmiddels weggeraakt. Opa sprak nooit meer over zijn vader – of überhaupt veel over zijn verleden – en ik stelde geen vragen. Pas jaren na zijn dood begon het tot mij door te dringen dat ik eigenlijk niet veel over opa en zijn geschiedenis wist.

Een paar maanden geleden zag ik op de website GaHetNa.nl een database met daarin de Japanse interneringskaarten van (Indische) Nederlandse krijsgevangen tussen 1942 en 1945. Ik wist dat opa in Japan krijgsgevangene was geweest en typte de naam Rugebregt in, waarop ik de interneringskaart van mijn overgrootvader vond. Voor de interneringskaart van opa moest ik een verzoek indienen.

Het krijgsgevangenschap van opa en zijn leven voor die tijd is nogal een mysterie voor mij. Ik heb er hier en daar enkele flarden van meegekregen, maar met de ontdekking van de interneringskaarten werd mijn nieuwsgierigheid pas echt aangewakkerd. Zou er meer te vinden zijn? Ik besloot in de ‘archieven’ te duiken van oma en vond daarin o.a. een erkenningsake; de ouders van opa waren dus nooit getrouwd geweest.

Heel veel meer vond ik niet, maar nu wil ik niets liever weten dan wie opa was en wie zijn ouders waren. De ‘slechte man’ en de vrouw die – naar verluid – is overleden aan een gebroken hart toen opa nog maar een kind was. Wie waren deze mensen wiens bloed mijn bloed is? Hoe zagen hun levens eruit in het Indië dat niet meer bestaat? En wie ben ik eigenlijk in het perspectief van hun geschiedenissen?

Wordt vervolgd

Door: Liselore Rugebregt

G.A.F. Rugebregt en F.B. Rugebregt-Tampie © Fam. Rugebregt

 De grootouders van Liselore: G.A.F. Rugebregt en F.B. Rugebregt-Tampie, Indonesië, 1954

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

Indisch-Joodse families (I)

3
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

Dat er Joden in Nederlandsch-Indië gevestigd waren en dat zij daar in sterke mate waren geassimileerd, staat vast. De Joodse aanwezigheid in de Oost was aanleiding voor de tentoonstelling Selamat Sjabbat, die van 13 oktober tot en met 8 maart 2015 in het Joods Historisch Museum te Amsterdam wordt gehouden. Tevens verscheen begin oktober een speciaal nummer van Misjpoge, het kwartaalblad van de Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie (NKvJG).

Genoeg reden om ook in Asal Oesoel – zij het op bescheiden wijze – aandacht aan dit onderwerp te besteden. Hierbij wordt opgemerkt dat genealogisch onderzoek naar Joods-Indische families extra wordt bemoeilijkt doordat zij niet zelden een familienaam dragen die ook onder veel niet-Joden voorkomt. Denk bijvoorbeeld aan namen als De Groot, De Jong, Van Leeuwen, Meijer en De Vries. Alleen bij de familienamen Israël en Levi weten we, net als in het geval van de naam Cohen, zeker dat we met een familie met een Joodse achtergrond te maken hebben. Ook voornamen als Aron, Hertog, Levi en Mozes wijzen sterk in die richting.

Met het oog op het voorgaande volgen hierna de genealogieën van twee kleine families met de onmiskenbaar Joodse familienaam Cohen – van beide families kon de aansluiting met Europa nog niet worden vastgesteld – en van een familie met de onder zowel Joden, als niet-Joden veel voorkomende familienaam Van Leeuwen. Dit is overigens niet de eerste maal dat aan Joods-Indische families in genealogisch opzicht aandacht werd besteed.

Eerder al werden genealogieën gepubliceerd in De Indische Navorscher 1992 (Van Dort); 1993 (Israël); 1998 (Levyssohn en daarvan afgeleide familienamen); en 2006 (Soesman); en in De Nederlandsche Leeuw 1999 (Miero).

Hopelijk vinden de drie nu gepresenteerde genealogieën in ruime mate navolging, opdat onze kennis over Joods-Indische families kan worden vergroot.

Genealogie van Carel Johannes Cohen

Genealogie van Salomon Alexander Napoleon Cohen

Genealogie van Janus Mozes van Leeuwen

Door: Roel de Neve

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

Nieuws: okt. en nov. 2014

0

Van 13 oktober 2014 t/m 8 maart 2015 wordt in het Joods Historisch Museum (JHM) te Amsterdam de tentoonstelling Selamat Sjabbat gehouden. Deze tentoonstelling vertelt aan de hand van historische objecten, foto’s en interviews het verhaal van de joden in Nederlandsch-Indië voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Het derde nummer van de lopende jaargang van Misjpoge, het kwartaalblad van de Nederlandse Kring voor Joodse Genealogie, zal aan dit onderwerp zijn gewijd.

Hetty Berg van het JHM zal op 14 december a.s. over dit onderwerp een lezing houden in de Indische Zaal van Museum Bronbeek. Zie voor de wijze van inschrijving en de toegangsprijs www.defensie.nl/onderwerpen/bronbeek (klik op agenda en kijk onder activiteiten 2014).

.

Rick van de Broeke, telg uit een Bandanese perkeniersfamilie, verzorgt op 18 januari 2015 in de Indische Zaal van Museum Bronbeek een lezing over de V.O.C. en de Banda-eilanden en de wijze waarop de V.O.C. het handelsmonopolie op nootmuskaat verwierf. Hij zal tevens ingaan op de geschiedenis van zijn familie en een film vertonen over de Banda-eilanden. Zie voor verdere informatie (o.a. wijze van inschrijving en toegangsprijs) www.defensie.nl/onderwerpen/bronbeek (klik op agenda en kijk onder activiteiten 2015).

.

Via het e-mailadres doopregister@krancher.com kunnen kopieën worden verkregen uit het doopregister van de rooms-katholieke gemeente te Soerabaja (19e en begin 20e eeuw). Zie voor meer informatie en een alfabetische index www.krancher.com.

.

Voor informatie over Nederlandsch-Indië en de Tweede Wereldoorlog kan de website WOII (www.tweedewereldoorlog.nl) worden geraadpleegd (klikken op achtereenvolgens Bronnen en Indisch erfgoed).

.

Voor wie meer en vooral ook gemakkelijk toegankelijke achtergrondinformatie wil hebben over het K.N.I.L., zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Portaal:KNIL/Uitgelicht.

.

De Indische Navorscher (DIN) 2014, het jaarboek van de IGV) zal artikelen bevatten die gerelateerd zijn aan Sumatra.

De redactie werkt momenteel hard aan de realisatie van dit nieuwe jaarboek. Kopij graag richten aan redactie@igv.nl of rechtstreeks aan de hoofdredacteur (roeldeneve@kpnmail.nl).

Pseudo-jonkheer

0
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

In de Sumatra Post van 7 oktober 1937 treffen we een interessant bericht, getiteld ‘Pseudo-jonkheer’. De lezer vernam daaruit dat een zekere heer H. te Batavia, volontair bij ’s-lands Caoutchoucbedrijf, bij de aangifte van een zoon de titel jonkheer had gebruikt. Aangezien hij daarmee in strijd handelde met artikel 507 van het Wetboek van Strafrecht voor Nederlandsch-indië, moest hij zich voor de landrechter te Batavia verantwoorden.

Beklaagde gaf toe niet van adel te zijn, maar was zich niet bewust dat er kwaad in school zich jonkheer te noemen. Een opgeroepen getuige-deskundige verklaarde dat er onder de voorouders van beklaagde notabelen bevonden die de Zwitserse nationaliteit hadden en dat er onder hen zelfs een Von H. school, maar dat dit geen recht gaf op de Nederlandse adellijke titel jonkheer. De rechter zag in dit alles aanleiding voor het opleggen van een boete van 2,50 gulden op te leggen. Het bericht onthulde met betrekking tot de identiteit van H. alleen diens voornamen Eduard Henri Ernest en die van diens echtgenote Ernestine Margaretha.

Uit: De Sumatra Post van 7 oktober 1937.

Krantenartikel a

Krantenartikel b

Krantenartikel c

De vraag is natuurlijk wie H. met de voornamen Eduard Henri Ernest was. Via de dvd ‘Bronnen voor Indisch genealogisch onderzoek’ komt men snel uit bij De Indische Navorscher, jaargang 1937. Op pagina 65 leest men dat het ging om Eduard Henri Ernest Hagnauer. Bij de geboorteaangifte van zijn zoon in 1937 was hij 24 jaar oud en handelsemployé van beroep. Hij trouwde te Batavia op 26 nov. 1936 met Ernestine Margaretha Coppiëns.

De familie Hagnauer wortelde in Zwitserland en werd daar in oude tijden tot de adelsgeslachten gerekend. Maar dit gaf haar uiteraard niet het recht het predicaat jonkheer te voeren en daarmee de indruk te wekken dat zij tot de Nederlandse adel behoorde.

In De Indische Navorscher (oude serie, verschenen in de jaren 1930) besteedde P.C. Bloys van Treslong Prins veel aandacht aan gevallen van titelusurpatie en ook deze casus ontsnapte niet aan zijn aandacht. Prins hamerde er voortdurend op dat lieden die zich ten onrechte voordeden als een Nederlandse edelman door de rechter moesten worden aange­pakt. In het geval van ‘jonkheer’ Hagnauer gebeurde dit, waarmee hij overigens de eerste in Nederlandsch-Indië was die op grond van artikel 507 van het Indisch Wetboek van Strafrecht werd beboet.

GeboorteberichtDat die straf op de lange termijn geen effect had, blijkt uit het hiernaast afgebeelde familiebericht in de collectie van het Centraal Bureau voor Genealogie. De vader van Carmen was de in 1937 geboren zoon van het echtpaar Hagnauer-Coppiëns, genaamd Eugène Henri Eduard Hagnauer. Hij werd geboren te Batavia op 11 juli 1937 en trouwde te Bergen op Zoom op 14 augustus 1963 met Olga Louise Mac Gillavry.

Door: Roel de Neve

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

De Calonne-Knaud

1
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

François Joseph de Calonne (Bandjermasin 2 jan. 1836-Batavia 2 mei 1906), zoon van Jean Baptiste de Calonne en de inlandse christenvrouw [Anna] Maria Smook[t] of Smauck, en zijn echtgenote Maria Jacoba Cornelia (Mimi) Knaud (Batavia 17 sept. 1846-Batavia 22 maart 1922), dochter van Johan Marinus Knaud en Anna Cornelia Christina Fisser. Hij werkte als landmeter 1e klasse bij het kadaster in Nederlandsch-Indië. Zijn vader was afkomstig uit België en vertrok als officier van gezondheid in 1826 naar Nederlandsch-Indië. Het echtpaar De Calonne-Knaud had 11 kinderen.

Door: D.M. de Calonne

De Calonne - Knaud

François Joseph de Calonne en zijn echtgenote Maria Jacoba Cornelia (Mimi) Knaud

De Indische roots van Boudewijn de Groot

0
© boudewijndegroot.nl
> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

Dit jaar bereikte muzikant, producer en acteur Boudewijn de Groot de leeftijd van zeventig jaar en is het ook vijftig jaar geleden dat zijn eerste single uitkwam.

Boudewijn werd geboren op 20 mei 1944 in het Japanse interneringskamp Kramat te Batavia. Enkele maanden later overleed zijn moeder in het vrouwenkamp Tjideng en liet drie kinderen achter. De vader van Boudewijn was op dat moment geïnterneerd in een ander kamp. In 1946 repatrieerde het moederloze gezin naar Nederland. Boudewijn is sindsdien nooit meer terug geweest naar Indonesië. Hierover vertelt hij:

“Indië zit in mijn hoofd en dat wil ik zo houden. Ik wil dat beeld niet bijstellen, want het is me zeer dierbaar. Mijn beeld over Indië is meer een gevoel dan een concreet beeld. Ik wil dat gevoel niet verstoren.” Moesson, mei 2004.

In 1964 studeerde Boudewijn af aan de Nederlandse Filmacademie in Amsterdam. Samen met Lennart Nijgh maakte hij in 1963 de eindexamenfilm Feestje bouwen waarvoor hij twee liedjes schreef. De bal begon op muzikaal gebied te rollen voor Boudewijn, en in 1966 werd het nummer Welterusten, meneer de president uitgebracht als protest tegen de Vietnamoorlog. Boudewijn zei hierover in 2007:

“Ik zong veertig jaar geleden Welterusten, meneer de president en sindsdien blijven ze me maar protestzanger noemen. Ik was gewoon zanger en wilde mijn ding doen. En dat ik me ook gelukt, denk ik. Protestsongs vormen maar een erg klein deel van mijn repertoire.” Libelle (België), maart 2007.

© boudewijndegroot.nl

© boudewijndegroot.nl

In 1967 scoorde Boudewijn zijn eerste – en enige – nummer één hit: Het land van Maas en Waal. In 1971 begon Boudewijn met het produceren van platen en in 1991 sloeg hij een muzikale zijtak in met de rol van Anton Tsjechov in de musical Tsjechov op zich nam. In de jaren daarna was Boudewijn ook op de theaterplanken te vinden, toerde hij rond met het Limburgs Symfonie Orkest en speelde een gastrol in de Vlaamse serie Flikken.

In 2004 verscheen het album Het eiland in de verte, dat platina werd en behaalde het album Lage Landen, uit 2007, goud. In 2007 verscheen ook het boek Hoogtevrees in Babylon met liedteksten en achtergrondinformatie. Inmiddels heeft Boudewijn zijn tour die liep van 2012 tot 2014, Vaarwel, misschien tot ziens, afgerond en zegt hij op zijn website:

“…misschien tot ziens’ slaat op mijn hoop erin te zullen slagen mooie eigen teksten te schrijven, met al even mooie muziek en ook nog voldoende publiek om van een op z’n minst redelijke voortzetting van mijn carrière te kunnen spreken. Tot ziens van mijn kant, tot ziens van jullie kant; dan komen we elkaar in de toekomst zeker weer tegen.”

Het 50-jarig artiestenjubileum van Boudewijn de Groot was voor de redactie van Asal Oesoel reden aandacht te besteden aan zijn Indische voorgeslacht en familie. Boudewijns Indische roots lopen via zijn moeder Sophie Elisabeth Saueressig. Hierna volgt daarom haar kwartierstaat:

Kwartierstaat Saueressig

Tekst: Liselore Rugebregt | Kwartierstaat: Roel de Neve

> KLIK OP DE TITEL VAN DIT ARTIKEL OM EEN REACTIE ACHTER TE LATEN <

Recent Nieuws