Onze foute ooms

0
2418

Iedere Indische familie heeft er wel een, een foute oom, iemand die zich in de jaren ’30 aansloot bij de NSB. In Nederlands-Indië was de NSB relatief groot; partijleider Anton Mussert werd bijvoorbeeld met enthousiasme ontvangen tijdens zijn tournee in juli en augustus 1935. In de eerste plaats door sommigen van de blanke bovenlaag, dat past wel in het plaatje, maar ook door een flink aantal Indo-Europeanen. Op het eerste oog absurd, waarom zouden gemengd Europees/Aziatische mensen zich aangetrokken voelen tot een partij die de blanke Ariër als toppunt van de schepping beschouwde?

Sinds kort is het archief van de Marine en Leger Inlichtingendienst, de Netherlands Forces Intelligence Service en de Centrale Militaire Inlichtingendienst in Nederlands-Indië die in het Nationaal Archief worden bewaard (NA-2.10.62) openbaar toegankelijk. Daarin staan, naast stukken betreffende tijdens de Japanse bezetting en in de Bersiap-periode gepleegde moorden, ook lijsten met leden van de NSB in Nederlands-Indië. De meest uitgebreide ledenlijst, inv.nr. 2307, bevat ongeveer 1350 leden en is opgemaakt op 10 mei 1940 door de Central Intelligence Branch in Singapore.

Door de ledenlijst bladerend komen we veel bekende Indische namen tegen, en ook namen die we kennen uit het Blauwe en Rode boekje, het Nederlands Patriciaat en de Adelstand. Opvallend is dat de nestor van de Indische genealogie, P.C. Bloys van Treslong Prins als lid wordt genoemd. De schrijver E. du Perron omschreef Bloys van Treslong Prins in een brief uit 1938 al als min of meer N.S.B. – dat lijkt nu toch meer meer te zijn dan min. De man is echter nooit opgepakt en gevangen gezet door de Nederlands-Indische autoriteiten na de Duitse inval in Nederland, iets wat andere Indische NSB’ers wel overkwam. Had hij misschien goede contacten? Of kon hij aantonen dat hij zijn lidmaatschap vaarwel had gezegd? Of was hij te ziek? Hij overleed in Batavia op 30 oktober 1940.

Mijn eigen foute oom, oom Hein, werd wel in mei 1940 gearresteerd en daarna geïnterneerd in fort Ngawi wegens veronderstelde Duitse sympathieën. Ik ken hem alleen als het zwarte schaap van de familie, volgens mijn vader. Het meest vertelde verhaal was dat deze oom, eigenlijk een oud-oom van mijn vader, vaak werd verward met een andere oom Hein, een echte oom, die daardoor regelmatig voor NSB’er werd uitgemaakt. Ik kwam een fotoalbum tegen waar hij letterlijk was uitgeknipt (zie foto boven).

Toen ik mijn familiegeschiedenis wat verder uit ging pluizen kreeg ik meer sympathie voor mijn NSB-oom. Hij was een idealist, die in Nederland had gemerkt dat bruine mensen zoals hij niet erg welkom waren. En in zijn geboorteland Nederlands-Indië had hij van de Javaanse bevolking ook vijandigheid gevoeld. Zijn oplossing was een kolonisatie van Nieuw Guinea, waar een Indo-Europees land kon worden opgebouwd. Hij schreef er een boek over en was actief in een vereniging tot Kolonisatie Nieuw Guinea. Geen van de politieke partijen zag voor de oorlog iets in dit idee. Behalve… de NSB. Het paste waarschijnlijk goed in hun bloed en bodem gedachte en gaf de hoop dat een eigen Indo-staat het moederland voor ongewenste vermenging zou beschermen.

Ik ontmoette jaren geleden zijn dochter die liefdevol over haar vader sprak. Zij vertelde dat hij op de motorfiets de kampongs afging om de verarmde Indo-Europeanen te overtuigen van het idee van een volksplanting. Uiteindelijk voegde hij de daad bij het woord en verhuisde in 1935 samen met enkele familieleden naar Hollandia om een stuk land in cultuur te brengen.

De oorlog die vijf jaar later uitbrak en de gevolgen daarvan heeft hij vele jaren later opgeschreven in zijn memoires. Hij schrijft over zijn arrestatie in 1940 en de gevangenschap die eindigt met de Japanse verovering van Nederlands-Indië in 1942. Voor hem een bevrijding. Hij krijgt een vrijgeleidebrief van de Japanners om terug te reizen naar zijn familie in Nieuw Guinea, een krankzinnige reis van bijna 4000 km. Terug in Hollandia komt hij al snel in aanvaring met de kempeitai, de Japanse militaire politie, en wordt gevangen gezet. Hij ontloopt zijn onthoofding op het nippertje in het voorjaar van 1944 door Operation Reckless, de landing van geallieerde troepen in Nieuw Guinea.

Zijn ideaal, een Indo-Europees Nieuw Guinea, lijkt heel even bewaarheid te worden omdat Nieuw Guinea in 1949 Nederlands blijft, maar in 1962 moet hij het land verlaten. Indonesië neemt er de macht over. Hij overlijdt later dat jaar gedesillusioneerd in Gorinchem, maar zorgt ervoor dat zijn as met het laatste transportvliegtuig terug naar Nieuw Guinea wordt gebracht en wordt bijgezet in het graf van zijn te jong overleden geliefde.

Een verhaal om niet snel te vergeten, en dat een ander ligt werpt op het zwarte schaap van de familie.

Door de openbaarheid van de NSB lijsten kunnen Indische families – als ze durven – ook eens een kijkje nemen, en zich afvragen wat hun Indische oom of tante bewoog zich aan te sluiten bij een foute club. En op zoek te gaan naar het echte verhaal.

Het archief van de Marine en Leger Inlichtingendienst, de Netherlands Forces Intelligence Service en de Centrale Militaire Inlichtingendienst in Nederlands-Indië (NA-2.10.62) is digitaal toegankelijk via het Indisch Archief van de IGV. Of kom op zaterdag 2 september 2023 (19:00-20:00h) langs bij de IGV stand op de Tong Tong Fair, waar de lijsten discreet kunnen worden ingezien.  

Dit artikel verscheen in iets andere vorm in de Moesson van juli/augustus 2023.

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.