Een van eerste dingen die je doet als je resultaten van je DNA analyse binnen zijn is kijken met wie je “matcht”. Wie in de database van je DNA company of van Gedmatch heeft gemeenschappelijk DNA met jou? Dat zijn er meestal best veel. Honderden. Sommigen hebben veel gemeenschappelijk, veel meer weinig. Maar hoeveel is veel? Daarvoor is een maat van genetische afstand, genaamd centimorgan of cM. De vuistregel is dat afstanden van 7 cM of meer betrouwbaar zijn. De maximale gelijkenis van autosomaal DNA is ongeveer 3500 cM. Dat is je ouder of je kind of je een-eiige tweelingbroer of -zus.
Het mooie van genetica is dat de regels simpel zijn maar de resultaten onvoorspelbaar. Je krijgt de helft van je moeders DNA, maar welke helft is gebaseerd op toeval. Er wordt een greep gedaan uit je moeders chromosomen, opgedeeld in stukken. En van je vaders chromosomen. In theorie kan je broer dus precies de andere helft van je moeders autosomale DNA gekregen hebben dan jezelf. En hetzelfde geldt voor je vaders DNA (behalve je Y chromosoom natuurlijk, daarover later meer). Dus in theorie zou het kunnen dat jij en je broer 0 cM gemeenschapelijk autosomaal DNA hebben. Maar 3500 cM is theoretisch ook mogelijk. Bah, theorie. Gelukkig is er het Shared cM Project, dat gegevens verzamelt over hoeveel cM gemeenschappelijk DNA bekende familierelaties hebben. In de praktijk.
Hier hun laatste bevindingen.
Hieruit blijkt dat een “second cousin” (afgekort in de figuur als 2C; gemeenschappelijke overgrootouders) gemiddeld 233 cM overeenkomst heeft met de Self (eigen DNA). En dat die gelijkenis meestal (in 95% van de gevallen) ligt tussen de 46 en 515 cM. 7 cM kan dus betekenen een “third cousin” (3C) maar ook een “eighth cousin” (8C) of nog verder weg.
Meer informatie over technieken om familierelaties te vinden uit DNA matches volgt nog.
In de tussentijd is hier een youtube filmpje waar het verband tussen gezamenlijk DNA en generaties nog eens haarfijn en uitgebreid wordt uitgelegd (in het Engels) door Crista van Ancestry.