De Indische Onderzoeker: Suze Zijlstra

0
3271

“Vrouwen bleken juist opvallend aanwezig”

Ieder kwartaal laten wij een door de wol geverfde Indonesische of Indische onderzoeker aan het woord, dit maal Suze Zijlstra, van wie binnenkort het boek De Voormoeders verschijnt. Zij ruilde haar academische loopbaan op het gebied van koloniale geschiedenis in voor de vrijheid van een schrijversbestaan. We vragen naar haar nieuwe boek en hoeveel terug te vinden is van de vrouwenlevens van haar voormoeders in Oost-Indië, zowel in de koloniale- als in de VOC-tijd.

  • Je bent onderzoeker geweest in Leiden op het gebied maritieme en koloniale geschiedenis. Best een breed onderzoeksterrein, waar Nederlands-Indië maar een klein onderdeel van zou hoeven te zijn. Heeft je Indische familiegeschiedenis een rol gespeeld bij de keuze van je studie en onderzoeksgebied?

Mijn Indische familiegeschiedenis heeft zeker een grote rol gespeeld bij mijn studiekeuze en verdere specialisatie. Mijn Indische oma vertelde altijd verhalen over haar verleden, zij is in 1955 met haar man en kinderen (onder wie mijn moeder) naar Nederland gemigreerd. Ze had natuurlijk heel veel herinneringen aan de tijd daarvoor. Die herinneringen deelde ze altijd graag met haar kleinkinderen; de mooie verhalen althans. Op school kreeg ik juist weinig over deze koloniale geschiedenis te horen, omdat het vooral over Nederland in Europa ging. Dat motiveerde me om juist tijdens mijn studie en in mijn werk me meer in Nederlandse koloniale geschiedenis te verdiepen.

  • Onderzoek is vaak een reis met veel onverwachte ontdekkingen. Kan je misschien een voorbeeld hiervan noemen uit je academietijd?

Het valt me wel op dat over bepaalde onderwerpen in het koloniale verleden nog wel eens wordt gezegd dat er geen bronnen over zijn. Bij mijn promotieonderzoek over zeventiende-eeuws Suriname bijvoorbeeld, werd me door een hoogleraar verteld dat deze periode toch wel erg lastig onderzoeken was, omdat er nauwelijks wat over te vinden zou zijn. Dat viel gelukkig erg mee, je moet soms alleen meer moeite doen om bepaalde bronnen te achterhalen. Je moet andere vragen stellen, de bronnen op een andere manier benaderen. Juist als je minder gerepresenteerde perspectieven wilt onderzoeken, kost het vaak meer tijd en moeite. 

  • Sinds kort richt je je meer op persoonlijke of familiegeschiedenis. Zou dit soort onderzoek ook mogelijk zijn in een academische setting?

Ik zou willen van wel, want volgens mij verrijkt het onze blik op het verleden. Je ziet zeker dat academici geïnteresseerd zijn in sociale netwerken en de manier waarop families in het verleden functioneerden. Volgens mij kan genealogische kennis hier veel aan bijdragen. Maar een persoonlijke benadering past weer minder in academische publicaties, want je wordt geacht je gevoelens buiten je verslaglegging te laten. Ik denk dat de schrijver van een persoonlijke familiegeschiedenis juist onderdeel is van het verhaal, inclusief gevoelens over dat verleden. 

Voor mij bleek het bovendien lastig, omdat in een academische setting vooral verwacht wordt dat je Engelse artikelen schrijft, niet een Nederlands boek voor een breder publiek. Voor dat laatste is moeilijk wetenschapsfinanciering te vinden, ook omdat projecten vaak over een kleiner tijdsbestek horen te gaan dan de afgelopen driehonderd jaar waarover ik in mijn boek schrijf. Ik vond het belangrijk om dit boek te schrijven en ben heel blij dat ik het heb kunnen doen. Maar het betekende ook dat het een stuk lastiger was om als academisch onderzoeker volgens de heersende normen competitief te blijven. Mijn publicatielijst is immers heel anders geworden dan eigenlijk verwacht wordt. Toen vorig jaar mijn tijdelijke academische aanstelling in Leiden afliep en er alleen maar tijdelijke vervolgbanen waren om op te solliciteren, heb ik dan ook moeten besluiten om ander werk te gaan doen, zodat ik daarnaast mijn boek rustig kon afschrijven. Het was een goede beslissing, maar ik vind het ook heel jammer, al was het maar omdat ik denk dat studenten zo veel van dit type onderzoek kunnen leren. Juist door een persoonlijke benadering krijg je een heel andere blik op het verleden. 

  • Binnenkort komt je boek uit De Voormoeders. Hoe is dit boek ontstaan? Kan je misschien alvast een of twee verrassende ontdekkingen prijsgeven?

Het is ontstaan toen ik filmpjes zag van het Nationaal Archief over nazaten van ‘VOC-voorouders’. Maar de voorouders die genoemd werden, waren eigenlijk alleen maar mannen, die bovendien terugkeerden naar Europa. Ik wist dankzij een stamboom van de familie Rosenquist die Roel de Neve een tijd geleden heeft gepubliceerd in de Indische Navorscher, dat dit in mijn familie anders was gegaan. De eerste Rosenquist die met de VOC naar Azië ging, bleef daar en trouwde in Makassar met een Europees-Aziatische vrouw, Jacoba Happon. Juist door de vrouwen in Azië bleef de naam Rosenquist daar voortbestaan, tot en met mijn overgrootmoeder Cornelia Frederika Rosenquist, die ik nog heb meegemaakt. Ik wilde meer weten over hun levens. 

Toen ik aan dit onderzoek begon, dacht ik eigenlijk dat het moeilijk zou zijn om daadwerkelijk bronnen te vinden over deze vrouwen, zeker wat betreft de achttiende eeuw. Het gaat toch in het archief van de VOC om handel, bestuur en oorlog, en om de mannen die voor het bedrijf werkten. Maar vrouwen bleken juist opvallend aanwezig, toen ik eenmaal op zoek ging. Zo vond ik een inboedel van een erfenis die de zus van een verre voormoeder aan deze voormoeder naliet: enorm gedetailleerd, tot het kleinste sambalbakje aan toe! Dat was een heel bijzondere vondst. De vrouwen die ik tegenkwam hadden wel een bepaalde status. Dat is in mijn boek ook een belangrijk thema, het is een terugkerende vraag: wie vinden we nou in dat archief? En wie juist niet? En wat zegt dat dan over dit verleden?

  • Ben je voor dit boek ook in Indonesië geweest om historisch onderzoek te doen (à la Philip Dröge) of was het vooral archiefonderzoek? 

Ja, ik ben voor dit boek naar Indonesië gegaan, voor het eerst in mijn leven zelfs! Daar ben ik langs plaatsen gegaan die in mijn familiegeschiedenis een belangrijke rol speelden. Je leest de verhalen en de bronnen toch weer anders als je daadwerkelijk op een plek bent geweest, de lucht hebt ingeademd en de temperatuur hebt gevoeld. Het was een heel raar idee dat ik na zo veel jaar eindelijk in het geboorteland van mijn moeder was. Die reis en mijn ervaringen daar heb ik in het boek verwerkt. 

  • Heeft oral history een rol gespeeld?

Absoluut. Zoals ik al noemde, vertelde mijn oma vroeger veel over haar geschiedenis. Zij leeft helaas niet meer, maar ik heb toen ik student was (ondertussen zo’n vijftien jaar geleden) haar verhalen op cassettebandjes opgenomen. Die opnames zijn een heel belangrijke bron geweest en bovendien persoonlijk bijzonder waardevol. Mijn studenten moedigde ik dan ook altijd aan iets vergelijkbaars te doen, als zij nog grootouders of andere oudere familieleden hadden om over hun verleden te vragen. Daarnaast ben ik zelf natuurlijk bij andere familieleden langs geweest, al kon dat vanwege de coronacrisis minder uitgebreid dan ik in eerste instantie had gehoopt. Verder voeg ik uiteraard mijn eigen herinneringen aan het boek toe. 

  • Over welke aspecten van de Indonesische geschiedenis wordt volgens jou te weinig gesproken of onderzoek naar gedaan? 

Ik vind het heel mooi om te zien dat juist het onderwerp waar ik in geïnteresseerd ben, vrouwen in deze geschiedenis, tegenwoordig zo veel meer aandacht krijgt. Met mijn boek wilde ik daar een bijdrage aan leveren. Maar net zoals er eindeloos veel boeken zijn volgeschreven over mannengeschiedenis, is er naar mijn idee meer dan genoeg ruimte voor nog veel meer mooie boeken, studies, exposities, en wat al niet meer over vrouwen in het Indonesische verleden. 

  • En tot slot: heb je mtDNA al laten bepalen voor een andere blik op je vrouwelijke Aziatische afstamming?

Ik heb het serieus overwogen, want ik weet dat het veel kan opleveren. Uiteindelijk vond ik het toch een te vervelend idee dat ik mijn DNA aan een commercieel bedrijf moest toevertrouwen, dus ik heb het niet gedaan. Maar wie weet, misschien laat ik me in de toekomst toch door mijn nieuwsgierigheid verleiden…

  • Hartelijk dank!

Suze’s boek is vanaf 7 september verkrijgbaar bij de boekhandel, ook in ePub-formaat (maar nu al te bestellen).

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.