Atlas van de oversteek

0
3797

Op 10 november 2023 werd in Den Haag onder grote belangstelling het eerste exemplaar van de ‘Atlas van de oversteek’ gepresenteerd. Hoewel ‘eerste’ in dit geval tussen aanhalingstekens gezet moet worden: het boek lag al weken voordien in de boekhandel. Het boek heeft 128 pagina’s en kost €34,99.

Door Adriaan Intveld

De atlas is een uitgave van het Indisch Herinneringscentrum (IHC) en behandelt de reis die zo’n 300.000 mensen in de periode 1945-1968 gemaakt hebben van Nederlands-Indië/Indonesië naar Nederland, meestal per schip, soms per vliegtuig. Het boek is mooi verzorgd en bevat tientallen kaarten, tijdlijnen en grafieken. Ook bevat het boek een dozijn persoonlijke verhalen van personen (van alle mogelijke etnische achtergronden) die (in de meeste gevallen) zelf de repatriëring meegemaakt hebben. Eén van de geïnterviewden is onze oud-voorzitter, wijlen John Soedirman. Het geeft dit boek een persoonlijk tintje.

Het boek is in vier hoofdstukken ingedeeld:

  1. De laat koloniale periode
  2. Het vertrek
  3. De oversteek
  4. De aankomst

Het eerste hoofdstuk bevat een aantal belangwekkende onderdelen. Bijvoorbeeld de grafiek op pagina 14 die mooi laat zien hoe ongelooflijk klein de Europese bevolking was ten opzichte van de Aziatische. En ook de verhouding van het aantal totoks ten opzichte van het aantal Indo’s.

Ook het schema op pagina 15 ‘Hoe word je Nederlander’ is zeer interessant.

Het tweede hoofdstuk gaat dus dieper in op de zes verschillende golven die in het kader van de repatriëring onderscheiden kunnen worden. Per golf wordt nader beschreven om wat voor soort groepen mensen het gaat en wat hun beweegredenen waren. Er wordt bijvoorbeeld ook ingegaan op de keuze waar Indische-Nederlanders voor stonden nadat Indonesië eind 1949 onafhankelijk was geworden: opteer ik voor de Indonesische nationaliteit of blijf ik Nederlander.

Als extra behandelt het ook de aan- en afvoer van Nederlandse troepen in de periode 1945-1951. Ook komen de transporten van Zuid-Molukse ex-KNIL militairen en gezinnen aan bod, al had laatste wel iets uitgebreider gekund. Overigens ging het om twaalf transporten en dus niet om elf zoals op pagina 55 wordt vermeld.

Hoe dan ook, dit hoofdstuk is zonder meer waardevol te noemen.

Het derde hoofdstuk bestaat voor het grootste deel uit een overzicht van de schepen die gebruikt zijn tijdens de repatriëring. Helaas staan er in dit hoofdstuk nogal wat onjuistheden, als volgt:

Pagina 81:

In de eerste alinea staat: Kort na de Tweede Wereldoorlog is er een tekort aan passagiersschepen. Om de evacuees naar Nederland te vervoeren worden omgebouwde vrachtschepen ingezet. Dit is onjuist. Het merendeel van de schepen wat tijdens de eerste periode van de repatriëring gebruikt is bestond uit omgebouwde passagiersschepen. Velen daarvan waren door de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog omgebouwd tot troepentransportschepen.

Iets verder op staat: […] het Italiaanse schip Roma. Dit klopt ten dele: er was inderdaad een Italiaans schip wat Roma heette (gebouwd in 1943), maar er was ook een geheel ander Panamees schip wat  ook Roma heette (gebouwd in 1914). In het in 1991 verschenen boek van A. Lagendijk, Schakel tussen twee werelden. Repatriërings- en troepenschepen naar en van Indië, wordt dit allemaal haarfijn uitgelegd; kennelijk hebben de samenstellers van de Atlas dit boek (wat toch als een standaardwerk gezien kan worden) niet geraadpleegd.

Pagina 86 t/m 91:

Wat echt goed idee is is dat de samenstellers een splitsing hebben gemaakt tussen de lokale vaarten in Zuidoost-Azië (pagina 91) en de intercontinentale vaarten (pagina 86 t/m 90). Alleen was het m.i. dan logischer geweest om dan óók de lokale vaarten in Europa in een apart kader te beschrijven. Er staan namelijk een aantal schepen op pagina 86 t/m 90 die nooit een intercontinentale reis hebben gemaakt, maar puur en alleen begin 1946 gebruikt zijn voor aanpalend vervoer tussen Engelse en Nederlandse havens, zoals bijvoorbeeld de Nederlandse veerboten Batavier II (dus niet Batavier), Meckelenburg en Oranje Nassau en de Britse schepen Almanzora (dit schip was begin 1946 al slooprijp; alleen een paar vaarten tussen Southampton en Amsterdam durfde men nog aan…) en Oxfordshire.

Pagina 87:

Bovenaan de bladzijde staat: De vaarten naar Nederland. Dit is verwarrend: tientallen vaarten kwamen niet aan in Nederland, want ze kwamen niet verder dan Italiaanse of Franse havens. Vandaar reisde men verder per trein naar Nederland. Dus de aanhef zou dan ook beter De vaarten naar Europa o.i.d. kunnen zijn.

Pagina 87:

De Cottica vervoerde op haar enige vaart waar een passagierslijst van bewaard gebleven is (uit 1951) mensen afkomstig uit Suriname. Dit schip hoort dan ook niet thuis in dit boek.

Pagina 89:

Bij de Oranje staat er vermeld dat dit schip in de periode 1959-1963 (19 stuks) en in de periode 1964-1968 (3 stuks) vaarten heeft uitgevoerd in het kader van de repatriëring. Dit is maar zeer de vraag. Er zijn weliswaar passagierslijsten uit deze periode bekend, maar net zoals de Johan van Oldenbarnevelt en de Willem Ruys is de Oranje eind jaren ‘50 verbouwd tot luxe cruiseschip. De lijndienst op Indonesië was namelijk in 1958 stopgezet. De Oranje ging toen met samen met die andere twee schepen onder de vlag van de ‘Royal Dutch Mail Ships’ varen in een ‘rond-de-wereld’ cruise dienst met als route Amsterdam, Southampton, Suez, Singapore, Australië, Nieuw-Zeeland, Panama, Florida, Bermuda, Southampton, Amsterdam v.v. In Zuidoost-Azië werd dus alleen Singapore aangedaan. Het ligt m.i. niet echt voor de hand dat een berooide spijtoptant eerst van Indonesië naar Singapore is gereisd en daarna aan boord van een dergelijk luxe schip naar Nederland is gekomen…

Pagina 89:

Een niet onbelangrijk schip wat nog ontbreekt is het Griekse schip Patris. Dit schip is voor zover bekend het laatste schip wat vanuit het voormalig Nederlands-Nieuw-Guinea is vertrokken. Hier is destijds in de landelijke pers niet al te veel ruchtbaarheid gegeven, dus vanwege die redenen is deze reis kennelijk over het hoofd gezien. Onderstaande foto is genomen door Geoffrey Luck op 4 oktober 1962 bij het vertrek van de Patris uit de haven van Hollandia. Er waren 590 personen aan boord. Het schip kwam op 25 oktober 1962 aan in haar thuishaven Piraeus. Een groot deel van de opvarenden vloog per vliegtuig door naar Schiphol (verdeeld over vijf vluchten). Van drie van deze vluchten heeft de IGV een index in haar verzameling.

Het vierde een laatste hoofdstuk gaat dus over de aankomst. Heel mooi is de foto op pagina 108 met repatrianten die per internationale trein uit Venetië aankomen op het station van Weert, al had er nog wel bij vermeld kunnen worden dat de foto genomen is op 14 februari 1958 en dat deze groep repatrianten afkomstig was van het Italiaanse schip Toscana.

Verder kan op pagina 107 de tekst:

‘De SS Zuiderkruis vertrekt op 30 januari 1961 vanuit Melbourne en vaart via Indonesië naar Amsterdam. Het is onbekend waar de passagiers uit Indonesië aan boord zijn gegaan’.

vervangen worden door:

‘De SS Zuiderkruis vertrekt op 23 januari 1961 vanuit Fremantle en vaart via Soerabaja [28 januari] en Tandjong Priok [29 januari] naar Amsterdam.’

De atlas eindigt op pagina 126 met een overzicht van bronnen. Wat de geraadpleegde literatuur betreft valt op dat behalve het reeds genoemde boek van Lagendijk het standaardwerk van mevrouw H.C. Wassenaar-Jellesma, Van Oost naar West. Relaas van de repatriëring van 1945 tot en met 1966, uit 1969 kennelijk ook niet geraadpleegd is.

Ook de volgende websites met betrekking tot de passagierslijsten van de repatriëring ontbreken:

Kortom, een mooie, belangwekkende publicatie die hier en daar helaas een aantal onvolledigheden/onjuistheden bevat; hopelijk kunnen deze bij een eventuele tweede druk gecorrigeerd worden.

Adriaan Intveld, 18 november ’23

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Please enter your comment!
Please enter your name here

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.