Elk kwartaal interviewen we een door de wol geverfde Indische onderzoeker. Deze keer IGV-lid van het eerste uur: Rob Dumas.
Je bent een van de eerste leden van de IGV en hebt dus al zo’n 40 jaar ervaring met Indische genealogie. Hoe ben je destijds in aanraking gekomen met de vereniging? Wat was je oorspronkelijke vraag?
Een bericht over de oprichting van de Indische Genealogisch Vereniging (IGV) heb ik ergens gelezen: ik dacht in de krant òf in het kwartaalblad van het Centraal Bureau voor Genealogie (CBG). Dat trok mij aan, omdat ik zelf al bezig was met genealogisch onderzoek naar mijn familie, de familie Dumas afkomstig van Java. Daarop heb ik mij aangemeld en ben ik in augustus 1988 lid geworden van de IGV. Het leuke was dat er onder de leden van de IGV in die tijd personen waren die aan mij verwant waren zoals wijlen Winnie van Tets-Klerks, haar dochter Nicole Lapré-van Tets, wijlen Ettie Lapré-Delmar. Daardoor belandde ik in een warm nest bij de IGV.
Mijn oorspronkelijke vraag was: Wie was mijn eerste voorvader met de familienaam Dumas die op Java arriveerde en wanneer kwam hij aan op Java ? Op die vraag heb ik inmiddels antwoord gevonden.
Kan je iets vertellen over die eerste tijd, welke bronnen gebruikten jullie toen?
In die begintijd maakten wij nog geen gebruik van digitale bronnen, internet was er niet of gebruikten wij niet. Wij gebruikten op microfiche verfilmde met de hand geschreven fiches van geboorte-, huwelijks- en overlijdensgegevens van de Burgerlijke Stand van Nederlandsch-Indië in de perode 1815-1923 bij het CBG zoals die waren gepubliceerd in de Almanakken en Naamlijsten van Nederlandsch-Indië. Daarnaast maakten wij gebruik van papieren bronnen zoals het Stamboek van Officieren van Oost-Indië, Stamboeken van onderofficieren en lagere militairen van Nederlandsch-Indië, Stamboeken van ambtenaren en marine Oost-Indië, monsterrollen van schepen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) die geraadpleegd konden worden bij het Algemeen Rijksarchief (nu: Nationaal Archief), familieadvertenties op microfiche die destijds beschikbaar waren en de op microfiches verfilmde fiches van de Collectie van Bloys en Treslong die geraadpleegd konden worden bij het CBG. De serie Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden betreffende Europeanen op Java, 4 delen van P.C. Bloys van Treslong Prins. De Encyclopedie van Nederlandsch-Indië met beschrijvingen van plaatsen in Nederlandsch-Indië. De IGV Bronnenpublikaties.
Je hebt in het verleden gepubliceerd in de Indische Navorscher onder andere over de families Cordromp, Deighton, Hulscher, Mahieu en Smits. Hoe kwam je op deze specifieke families?
De huidige nakomelingen van de familie Cordromp zijn familie van mij. Zij stammen af van Johanna Wilhelmina Dumas (1829-1879) en haar echtgenoot Jacobus Wilhelmus Cordromp (1822-1881). Zij was de oudste dochter van mijn betovergrootouders Joannes (Jan) Dumas (1810-1856) en Saripah. Dat was voor mij reden om de door mij samengestelde genealogie Cordromp te publiceren.
De meisjesnaam van mijn grootmoeder van vaderszijde was Hulscher en de meisjesnaam van haar moeder was Deighton. Daarom wilde ik meer weten over deze twee families, hun onderlinge relaties waarover ik o.a. heb gepubliceerd in het genealogische kwartaalblad De Indische Navorscher. Voor mijn goede vriendin Cindy Smits heb ik de stamboom van het geslacht Smits in Nederlands-Indië uitgezocht. De resultaten van dit interessante onderzoek besloot ik te publiceren in De Indische Navorscher. De reden voor mijn genealogisch onderzoek naar de familie Mahieu op Java was dat ik op deze manier meer wilde weten over de persoon en de familie-achtergrond van August Constatijn Pierre (Guus) Mahieu die de artistiek leider was van één van de meest populaire Komedie Stamboel groepen in Nederlandsch-Indië van 1891-1903. In het Komedie Stamboel Theater werden o.a. bewerkingen van de bekende 1001 verhalen opgevoerd waarbij de acteurs een fez of tulband op hadden, de acteurs en actrices Midden-Oosterse kleding droegen. Over August Mahieu deden de meest wilde verhalen de ronde in die tijd. Door middel van genealogisch onderzoek naar hem en zijn familie wilde ik de werkelijke feiten in zijn leven achterhalen. Zo zou volgens één verhaal zijn achternaam ‘Mahieu’ van Franse origine zijn. Uit mijn onderzoek bleek zijn familienaam ‘Mahieu’ van Nederlandse herkomst te zijn. Het was afgeleid van ‘Mahu’.
Kreeg of krijg je vaak vragen/opmerkingen over deze publicaties of vaker via de online stambomen die je ook bijhoudt? Wat voor vragen krijg je dan?
Af en toe ontvang ik opmerkingen. Het gaat veelal om toevoegingen.
Wat vindt je eigen familie van je liefhebberij? Of is het meer dan een liefhebberij?
Mijn familie vind het genealogisch onderzoek dat ik verricht interessant. Hoewel zij zich tot nu toe er niet zelf aan wagen. Recent bemerkte ik bij leden van de derde en vierde generatie van mijn familie interesse in een stukje familiegeschiedenis die zij nog niet kenden en waarover ik hen had verteld. Mogelijk is hier bij hen de kiem gelegd om meer te weten te komen over het voorgeslacht. Ik steek tijd in genealogisch onderzoek, maar er zijn ook langere periodes waarin ik mij daarmee niet bezig houd. Met mijn genealogische publicaties help ik andere mensen om meer te weten te komen over hun voorouders en wat zij gedaan hebben in het verleden. Met die kennis zijn mensen vaak heel blij.
Wat doe je op momenten dat je niet bezig bent met een stamboom?
Wanneer ik niet bezig ben met een stamboom, lees ik boeken over Nederlands-Indische families, over de zogenaamde ‘troostmeisjes’, de Indonesische vrijheidsstrijd, ons koloniale verleden en dergelijke.
Op welke vragen zou je nog heel graag een antwoord willen vinden?
Mijn vragen betroffen wanneer en waar de Europese stamvaders van de families waarvan ik afstam zoals de families Dumas, Battiau (uitspraak: ‘Batjó’), Hulscher, Deighton op Java aankwamen, wat hun plaats van herkomst was en heel graag wilde ik weten wat de Chinese naam en de plaats van herkomst was van de Chinese familie van mijn Maleisisch-Chinese overgrootmoeder. Op die vragen heb ik inmiddels ná ruim 40 jaar onderzoek de antwoorden gevonden. Zo is bijvoorbeeld de Chinese familienaam van mijn overgrootmoeder van vaderszijde ‘Tjia’ (= in de oude spelling in Nederlands-Indië) òf Chia (= in de Maleisische spelling van vóór 1972). Deze familienaam komt in Maleisië veel voor, minder in Nederlands-Indië of Indonesië. De familienaam ‘Chia’ komt van de zuidoostelijke Chinese provincies Quandong en Fujiën. De betekenis van ‘Chia’ is een ‘wagen met vier wielen’, dit heb ik gevonden door te googlen op ‘Chia’. Mijn vragen zijn beantwoord. Momenteel heb ik geen vragen.
Aan welke dingen in de Indische of Indonesische geschiedenis wordt volgens jou momenteel te weinig aandacht besteed?
In de laatste decennia is veel aandacht besteed aan zaken uit de Indische en/of Indonesische geschiedenis zoals bijvoorbeeld aan ‘de Njai’ (oftewel het concubinaat in vooral de kringen van lagere militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL)), de slavernij in het Indische/Indonesische verleden, de Indonesische vrijheidsstrijd, de overtocht van Nederlands-Indische en Molukse gezinnen van Nederlandsch-Indië of Indonesië naar Nederland.
Waar nog geen aandacht aan is besteed is de vraag: zijn de Nederlands-Indische en Molukse gezinnen die vanuit Nederlands-Indië / Indonesië naar Nederland zijn gekomen goed terecht gekomen in Nederland? Zijn er onder hen gezinnen die het tot op deze dag slecht hebben en niet kunnen meekomen in Nederland? Zo ja, wat kan er worden gedaan om hun maatschappelijke en financiële positie te verbeteren? Hiernaar zou nieuw onderzoek moeten worden verricht!
De IGV groeit momenteel erg hard, we zijn al ruim boven de 1500 leden. Hoe moet het volgens jou verder met deze club?
De IGV vind ik het goed doen: onderneemt veel goede zaken. Ga door met de ingeslagen weg!
Vermoedelijk zijn velen van de huidige 1500 leden digitale leden die denk ik veelal bestaan uit jonge mensen vanaf 18 jaar en ouder die genealogisch onderzoek verrichten door alleen gebruik te maken van digitale bronnen die zij vinden via internet. De IGV kan zich in de toekomst onder anderen bezig houden met de ontsluiting van meer digitale bronnen voor genealogisch onderzoek zoals dat nu al gebeurt.